NKC IJsland tour van 3 juni tot 2 juli 2011
Klikt u op de blauwe woorden dan krijgt u meer informatie.
Drie juni 2011 naar Jambo Feriepark in Saltum: het verzamelpunt voor deze NKC groepreis en morgen voor 3 nachten de ferry van Smyrilline op. Wat een lange bootreis! Voor mij duurde dat veel te lang en de verveling sloeg toe. Gelukkig konden we na 2 nachten op de Faroër eilanden even van boord voor…jawel een boottochtje! Een welkome afwisseling en een heerlijke maaltijd. Toch was het mij liever geweest als we wat meer van Torhaven hadden kunnen zien en meer hadden kunnen lopen.
De laatste nacht aan boot is erg onrustig. De boot danst en schudt voor mijn idee alle kanten op. De stabilisatoren grijpen met een bonk in. We blijven zo lang mogelijk in de bar (in het midden van het schip) en eenmaal in de hut meteen plat dan heb je het minst last. We zijn blij dat we dinsdagmorgen vlak na het opstaan al snel IJsland in beeld krijgen. Het duurt wel een uurtje voor je door het fjord bij de haven ben.
Seydisfjördur – Höfn 7 juni 2 nachten
Vanuit de haven Seydisfjördur rijden we meteen omhoog, het is drie graden en er ligt nog veel sneeuw. Even bekruipt mij het gevoel “wat doe ik hier in hemelsnaam”. Maar als we dan in de diepte Egilsstadir zien liggen is dat gevoel meteen weer weg. Dat het koud zou kunnen worden wisten we. Boodschappen gedaan in Egilsstadir en 271 km rijden naar de eerste camping. Gradus had natuurlijk een mooie omweg bedacht. We volgen de 92 en rijden niet door maar gaan naar Reydarfjördur en daar omhoog voor een mooi uitzicht over het fjord. Onderweg zien we veel vogels en eenden waaronder de eidereend en zelfs de harlekijneend. We genieten volop en komen er na drie uur achter dat we pas 75 kilometer hebben gereden en we moeten er nog tweehonderd voor de camping in Höfn: een camping met een niet te schrijven naam . We moesten er nog tegen aan rijden om niet te laat aan te komen. Er viel zo veel te zien onderweg dat we niet erg opschoten. ‘s Avonds om tien uur in Höfn wandelen we langs het fjord en hebben een fenomenaal gezicht over het water op de gletsjers. We zien hier zes uitlopers en de zon die door de wolken piekt geeft steeds een ander beeld. Prachtig! De foto is de volgende dag ‘s morgens gemaakt.
We lopen wel met dikke kleding, het is erg koud. Ook de schoolkindjes die hier wandelen hebben mutsen op, handschoenen aan en een skipak. Het wordt een spannende dag vandaag. Om half elf worden we verwacht bij “Glacierjeeps”. De superjeeps brengen ons moeiteloos naar boven. Aangekomen bij de sneeuw laten ze lucht uit de banden voor het laatste traject naar de hut op de Vatnajökull. We krijgen eerst een zeer smakelijke lunch en dan begint het grote werk. Sneeuwpakken aan, laarzen aan (als je bergschoenen aanhebt was dat ook goed) extra wanten uitzoeken en de scooter op.
Het weer is fantastisch: helderblauwe lucht met een paar wolken en stil…… Echt helemaal geweldig.
Boven is het prachtig wit omdat er verse sneeuw is gevallen. Onderweg zagen we dat het lager gelegen deel van de gletsjer met vulkaanas is bedekt.
Höfn – Skaftafell 9 juni 2 nachten
Afgelopen nacht beroerd geslapen. De wind beukte tegen de camper en alles kraakte en piepte. Ook ‘s morgens nog veel wind en erg koud. We gaan even kijken bij de vuurtoren van Höfn en rijden dan naar Stokness, een vogelgebied. Maar ook mooi gekleurde bergwanden en een rendierjong. Terug naar weg nummer 1 levert weer veel moois om te kijken op. Overal gletsjers.
Om twee uur zijn we bij Jökulsarlon, een gletsjerlagune waar we met een amfibievoertuig een tochtje tussen de ijsschotsen maken. Ik was al volmaakt gelukkig met een wandeling rond het meer. Met het amfibievoertuig is koud en nat en ze mogen toch niet dicht bij de gletsjer varen vanwege de veiligheid. Maar met minder koud weer en zon zal het veel mooier zijn.
We zitten nu wel aan de kant waar veel as is neergekomen na de vulkaanuitbarsting van de Grimsvöten en we zien dan ook een dikke laag as op de ijsschotsen. De lagune en de ijsschotsen zijn heel spectaculair om te zien. De breking van het licht geeft mooie blauwe tinten aan het ijs. Fotograferen is moeilijk. Geen zon. Later lopen we nog even naar het strand waar de lagune in de zee loopt. De schotsen zijn hier al verder gesmolten (ze doen er een jaar over om in zee te komen) en dat levert prachtige ijssculpturen op. We overnachten op een grote camping van het Nationall Park Skaftafell. De camper staat op een groot grasveld en bij elke stap die je doet stuift de as op. Een prachtig gelegen camping.
Vrijdagmorgen rijden we met elkaar naar Ingolfshofdi : een vogelreservaat. Met zijn allen staand in een boerenkar over een brede eens groene strook maar nu een grote zwarte asvlakte. Het laatste stuk moeten we zelf een steile zwarte heuvel oplopen, eenmaal boven loopt het makkelijk. IJzig koud maar de papegaaiduikertjes die we te zien krijgen zijn hartverwarmend. Ik ervaar dit als een van de hoogtepunten van de reis. Echt helemaal geweldig om zoveel puffins te zien.
‘s Middags wandelen we vanaf de camping naar de Svartifoss waterval, de op orgelpijpen gelijkende basaltblokken hebben volgens ons reisboek model gestaan voor de decoraties van het theater in Reykjavik, ik zou echter denken dat deze kerk in Reykjavik geinspireerd is door de Svartifoss.
Het was een fijne wandeling en je zou nog kunnen doorlopen voor een prachtig uitzicht op de gletsjers.
Skaftafell – Vik 9 juni
We worden wakker met stralend weer en het beloofd een prachtige dag te worden. Op de camping heb je bijna de neiging om buiten te ontbijten maar voor IJsland is dat dat toch een beetje te optimistisch. Hoe uitnodigend het weer er ook uitziet, de koude wind maakt dat we toch maar in de camper ontbijten. Onze eerste stop is bij het monument met informatie over de “Jökullhlaup”van 1996. Hier staat een kunstwerk gemaakt van de resten van de toen meegesleurde brug.
En voor we het ons realiseren zitten we midden in een as storm. We rijden door een grote spoelzandvlakte van duizend vierkante kilometer: Skeiđarársandur. Op zo’n moment vraag je je vertwijfeld af “waarom wonen hier mensen?” Dit eiland is niet gemaakt voor bewoning. Dit traject was zeker 35 kilometer.
Hier kan geen mens leven. En toch zie je tegen de bergwanden af en toe een huis. Ruig, onherbergzaam, surrealistisch, bedenk er maar namen voor. Het is gewoon niet te geloven dit landschap. We hebben geen zon meer gezien. Na 35 kilometer komen we in wat rustiger vaarwater. 12 km voor Kirkjubæjarklaustur stoppen we op een parkeerplaats links van de weg. Van de parkeerplaats een leuk kort wandelingetje naar de rots Dverghamrar (dwergkliffen). Als je tussen de rotsen loopt zie je in de verte de waterval Foss á Sidu, waar we even later ook een kijkje nemen. Het waait hier erg hard, felle koude wind en regen. Zo guur dat ik geen zin heb om mijn fototoestel mee te nemen. Bij de waterval regent het in ieder geval niet meer. Bij het gehucht Kirkjubæjarklaustur doen we wat boodschappen. Uit een bus stappen toeristen die allemaal een mondkapje voor hebben. Zelfs in de bus en niet alleen de Japanners. De natuur verandert weer, we zijn nu in de Eldhraun.
Een lavaveld ontstaan in 1783 en het gevolg van een zeven maanden durende uitbarsting van de Lakagigar. En zo groot dat het een half procent van de totale oppervlake van IJsland beslaat. De lava lijkt overgoten door een dikke witte saus. Op andere foto’s heb ik gezien dat het mos later in het seizoen wel groen kleurt. We nemen voor Vik de afslag van de 206 naar de Fjabrárglúfur, een lange kloof. Je kunt een heel eind langs de kloof lopen, wat wij doen tot de waterval.
Hoe dichter we bij Vik ( volledige naam Vik í Mýrdal = baai in het veendal) komen hoe vriendelijker het landschap weer wordt. De camping waar we overnachten ligt in een groen gebied, een mooi plekje! Ligt aan de voet van groene bergen en nodigt uit tot een wandeling. Ik had hier wel een dagje langer willen blijven.
Vik – Selfoss 12 juni
Verslapen! Om 9.00 uur schrikken we wakker en het is nog wel heerlijk weer. We willen op pad en het zondagochtend eitje schiet er bij in. Deze zondag werd een schitterende dag. Eerst genieten op het strand bij Reynisdrangar
De legende vertelt dat de drie kliffen ver op de achtergrond een driemaster van de trollen was die bij dageraad veranderde in steen. Het monument op de voorgrond is ter nagedachtenis aan Duitse vissers die verongelukt zijn.
Bij laag water schijn je voor de rotsen langs door te kunnen lopen naar het strand met zijn hele mooie basaltformaties. Wij moesten omrijden. Het was een mooie dag en zondag, gezellige drukte op het strand. Deze plek is kennelijk voor de IJslanders ook een geliefd uitstapje.
Er is nog veel meer moois te zien. We vervolgen wegnummer 1 weer en zoeken de hoge waterval Skógafoss. Niet te missen, ongeveer 35 km voorbij Vik.
Aan de oostkant van de waterval loopt een trap omhoog en eigenlijk moet je als je boven bent nog verder lopen naar een nog mooiere plek met waterval. Maar ik vond het wel genoeg. Naar beneden was lastig genoeg voor iemand met hoogtevrees.
Nog weer verder langs de een (wel naar rechts afslaan) ligt de Seljalandfoss ook weer zo’n mooie waterval. Je kan achter de waterval langs lopen maar riskeert natuurlijk wel een nat pak. Het was deze dag mooi weer en niet veel wind, dus veel bezoekers namen de uitdaging aan. Als je op de foto goed kijkt zie je helemaal rechts een meneer in het blauw lopen.
Om een gravelweg te ontlopen slaan wij bij Hvollsvöllur rechtsaf om in tegengestelde richting de mooie 261 te rijden. Heen en terug dus. Geen slechte keuze want de vergezichten richting de gletsjer zijn mooi!
Aan het einde van de verharde weg nog een leuke waterval waar we ook weer harlekijn eenden zien.
Voor we verder rijden naar ons einddoel van vandaag (Selfoss) rijden we eerst nog langs Stokkseyri en Eyrarbakki. Kleine vissersplaatsen waarvan de laatste nog gerestaureerde oude vissershuisjes uit de periode 1890-1920 heeft. Kom je niet veel tegen op IJsland. Alles van golfplaten waar toch ook veel nieuwbouw huizen van zijn gemaakt. De kust hier is een gewild wandel- en vogelkijkgebied.
Het mag duidelijk zijn dat we na zo’n intensieve dag, waarop we heel veel hebben gezien, laat aankomen op de camping in Selfoss. Het is daar behoorlijk druk vanwege een muziekfestival. Maar het is een grote camping dus nog voldoende plek. Op deze camping blijven we 2 nachten omdat er voor de volgende dag een excursie naar Landmannalaugar op het programma staat. Helaas kon deze tocht niet door gaan omdat er nog wegen waren afgesloten. Jammer want iedereen had zich verheugd op deze mooie tocht langs kleurrijke bergwanden en een bad in een heet waterbron. De groepsleden hebben een alternatieve excursie aangeboden gekregen waar wij vanwege gezondheidsproblemen van Gradus niet aan hebben meegedaan. Het advies van de dokter in het ziekenhuis was: ga naar huis. Maar daar was SOS International het niet mee eens. Wij zijn dus gebleven en hebben in Reykjavik opnieuw het ziekenhuis bezocht. We mochten doorreizen mits….. de rest van het verhaal bespaar ik u, en gelukkig is alles goed gegaan. Wij hadden toch eerst wel moeite met het feit dat het advies van een ziekenhuis door SOS International niet werd overgenomen. We genoten die avond van een overheerlijke groepsmaaltijd .Wij kozen voor de speciale visschotel naar het recept van de moeder van de campingbazin.
Selfoss – Geysir 15 juni.
Spannende dingen op het programma vandaag. Via een canyon waar je prachtige wandelingen kan maken en de grote waterval van Gulfoss komen we in Geysir . Gulfoss is een spectaculaire waterval. Wij waren er met koud, regenachtig en zeer winderig weer. Vlak voor je bij het visitor centrum komt is er ook een weg naar beneden. Dat scheelt trappen lopen.
En dan komen we bij Geysir waar de Strokkur met grote regelmaat een flinke spuit van twintig meter en meer de lucht in spuwt. Enorm fascinerend om te zien. Het water is eerst rustig, begint dan te dansen en van links naar recht te bewegen en je hoort de mensen die toekijken hun adem inhouden. Soms roept er iemand “there he goes” maar de geiser lijkt een spelletje met ons te spelen. Het water wordt weer rustig en dan opeens…….een flinke bel van grijs naar donkerblauw naar felblauw, dat alles in een fractie van een seconde en daar gaat ie dan.
Ik kan er geen genoeg van krijgen. Doe mijn uiterste best om die schitterde blauwe bel op de foto te krijgen maar dat is niet eenvoudig. Vaak ben je te laat of te vroeg. Wat een fascinerend schouwspel die rokende, blubberende en kolkende aarde. De eerste spuit overvalt je en daarna sta je vol verwachting te wachten op de volgende.
De camping ligt meteen naast dit spannende terrein dus ‘s avond en de volgende morgen voor vertrek ook nog even kijken. En als je kadootjes nodig hebt voor het thuisfront in winkel bij het visitor centre is van alles te koop. Prachtige wollen truien, geweven plaids, warme mutsen en meer.
Geysir – Reykjavik 15 juni 2 nachten
Wij gaan vroeg op pad naar Reykjavik maar niet zonder eerst nog een bezoek te brengen aan Pingvellir: het Nationale heiligdom van IJsland. Hier ligt de geologische grens tussen het Noord-Amerikaanse en Europese continentaal plat. De platen verzakken en drijven jaarlijks 2 centimeter uit elkaar. Ook historisch is dit een gewichtige plek. Op 17 juni 1944 werd hier de onafhankelijkheid getekend. Vanaf 930 kwam men hier al bij elkaar voor het bespreken van belangrijke zaken. Dat noemt met een Alþing.Het was druk op deze belangrijke plek, we zaten dan ook dicht bij 17 juni de Nationale Feestdag van IJsland. Veel bussen met waarschijnlijk dagtoeristen uit Reykjavik.
We hebben vandaag schitterend weer en ook de temperatuur is goed. Voor het eerst boven de tien graden. We kunnen deze middag in het zonnetje zitten. Reykjavik mag dan de hoofdstad zijn maar heeft nog een gemoedelijke sfeer. Hier woont 60% van de totale bevolking(tot:275.277). De wegen rondom de stad zijn ongelooflijk rustig. De stad heeft mooie modezaken, zeer aparte schoenenzaken, juweliers die prachtige sieraden van half edelstenen en lava verkopen. In het oude gedeelte zie je nog de traditionele golfplaten huizen. En veel vogels in de vijver voor het Gemeentehuis. Gebouwen van een mooie strakke architectuur zoals de eerder genoemde kerk, het nog in aanbouw zijnde conferentieoord Harpa en het watergebouw op de heuvel. Op de omloop bij de cafetaria heb je een prachtig uitzicht over de stad en de kerk die overal boven uit steekt.
In het oude centrum kom je nog golfplatengebouwen tegen zoals dit restaurant.
Reykjavik – Fossatun 17 juni
Vrijdag 17 juni: Nationale Feestdag in IJsland. We merken er niet veel van. Hoogstens wat meer eilanders op de stadscamping, zij zullen een lang weekend vrij hebben. De route die we vandaag nemen gaat langs de mooie Hvalfjord. Wij nemen niet de tunnel richting Akranes maar slaan rechtsaf voor weg 47.
Bestemming van vandaag is Fossatún maar we rijden door naar Reykholt voor de heetwaterbronnen Deildartunga. Het water in deze bron is 100 graden , je kan er een eitje in koken wat dan ook werd gedaan in een sok of theedoek. Het warme water gaat via pijpleidingen naar Borgarnes en Akranes. Ondanks het hete water en de hete stoom was het hier ijskoud. Een straffe wind maakte het buiten zijn onplezierig.
Nog verder door ligt de bijzondere Hraunfossar, het water loopt eerst 46 kilometer onder het lava veld en komt er dan pas onder uit. Over een kilometer lengte zie je allemaal kleine watervallen. 3 stappen verderop ligt de Bjarnafoss. Aan deze waterval is weer een volksvertelling verbonden zoals op zoveel plekken in IJsland. Dit keer over twee verdronken jongens. Mooie kleurtjes in het gesteente langs deze waterval.
Op de weg terug naar Fossatún nemen we nog even een kijkje in Reykholt. Voor de IJslanders een belangrijke plaats omdat hier Snorri Struluson, een hier vermoorde politicus en schrijver, woonde. Voor ons minder interessant. Terug bij de camping in Fosssatún staat ons een heerlijke maaltijd te wachten. Terwijl het buiten drie graden is en het regent krijgen wij zalm op speciaal roggebrood vooraf en lamsbout met gebakken aardappelen en zoete uien opgediend. Na het ijs een prachtige film over IJsland. Je zou geen foto meer maken als je deze knap gemaakt beelden ziet. De eigenaar van de camping schrijft en verkoopt zijn volksvertelling boekje.
Fossartun – Arnastapi 18 juni
Je kan 2 verschillende wegen nemen richting Arnarstapi. Wij kiezen voor de lange brug naar Borgarnes. Het weer is prima vandaag, half bewolkt en dat is meer dan we mogen hopen. Dat de wind koud blijft hebben we al mee leren leven.We doen hier onze boodschappen, verder zullen we vandaag niet veel tegenkomen. Verder omhoog tot de afslag naar weg 54 is de omgeving saai. Bij een kleine waterval bij een mooi huis ( Lundur, groen wit) zagen we nog een groepje harlekijn eenden.
Eenmaal op het schiereiland Snaefellsnes nemen we weg 54 en de natuur verandert al snel. Prachtige gekleurde bergwanden, het is weer volop genieten vandaag. We nemen de gravelweg (wat rammelt en kraakt die camper dan toch) naar Gerỗuberg voor een kijkje bij basaltformaties en rijden dan nog even door naar het kerkje, dat evenals alle andere kleine kerkjes die we zien, op een stil plekje ligt.
De boerderijen in IJsland zijn een apart verhaal. Meestal ligt er veel troep op het erf, oude verroeste spullen en je ziet er nooit iemand werken. Genoeg trekkers maar je ziet ze niet rijden op het land. In een van de boeken over IJsland hebben we gelezen dat de boeren voor 80% gesubsidieerd worden.
Trouwens langs deze weg ligt ook een benzinepomp en Gradus kocht er een overheerlijke hotdog met uitjes en mosterd. Hij was er al snel achter dat ze die broodjes bijna bij alle benzine pompen verkopen. Het is niet bij 1 gebleven!
Bij de boerderij Ytri-Tunga loopt een weggetje naar het strand waar regelmatig zeehonden zijn te zien. Wij hadden pech. Het zal wel te hard waaien om lekker te liggen luieren op het strand. We zien wel veel vogels en natuurlijk ook de scholekster weer: de nationale vogel van IJsland. Op you tube vond ik dit filmpje van dat strand.
Hoe dichter bij Arnastapi hoe mooier de bergwanden.
De camping van Arnarstapi ligt op een super mooie plek. Je wandelt zo van de camping naar de vogelkliffen. Het stukje van de camping tot de haven is wonderschoon. Als we ’s avond om half elf nog even naar de kust lopen worden we aangevallen door de noordse sternen die met honderden op de weg en het gras zitten. Je hebt echt een plu of een stok nodig die je hoog boven je hoofd houdt zodat dat voorwerp wordt aangevallen en niet je eigen hoofd.
Arnastapi – Stykkisholmur 19 juni
Zondag vervolgen we de route om dit schiereiland en we blijven ons verbazen. Een heldere dag vandaag, leuk om even een nieuwe foto te maken van het kerkje in Hellnar met de besneeuwde Sneafell op de achtergrond.
De weg loopt verder om de berg heen naar Olafsvik. Een kleine plaats met een prachtige moderne kerk. Kerkjes en kerken vind je in overvloed. Elk gehucht heeft zijn eigen kerkje maar deze is wel heel bijzonder. Binnen een prachtige lichtinval door de vele gebrandschilderde ramen. Verder is hier niet veel te beleven.
We maken weer even een uitstapje over een onverharde weg naar het gehucht Bjarnarhofn. Een museum, een kerkje en 8 parochianen, de familie die dit kerkje in eigendom heeft. In het kerkje hangt een prachtig schilderij, ergens in 1600 geschonken door Nederlandse vissers. De vissers beloofden GOD bij heel slecht weer dat als zij het zouden overleven, zij een mooi schilderij zouden schenken aan het dichts bijzijnde kerkje. De bewoners denken graag dat het een schilderij van Rembrandt is, helaas is het werk niet gesigneerd. De familie onderhoudt dit kerkje goed. Het is ook leuk om even een kijkje te nemen in het volksmuseum en daar de aangeboden gerookte haai te proeven.
Al vroeg zijn we op de camping in Stykkisholmur . Vandaag staat voor de middag een boottocht, tussen de eilandjes die hier voor de kust liggen, op het programma. We treffen het bijzonder met het weer. Een strakblauwe lucht waardoor de sneeuwwitte bergtoppen haarscherp te zien zijn.Weer mooie basalt formaties. En de lupine, je ziet hem overal in IJsland.
Veel vogels maar ik geloof nog steeds niet dat er ook echt een zee adelaar zat. Wel een kuifaalscholver.
Als verrassing werden de sleepnetten uitgegooid om vers zeefruit aan boord te halen. En als iemand genoot van de verse jacobsschelpen dat was het Gradus wel, mèt een glaasje witte wijn. Naast de camping ligt een golfbaan en ik had het geluk dat ik mee kon liften op hun internetverbinding. Vergeet ik nog te vertellen dat je op de camping een schitterend uitzicht had op de bergen.
Stykkisholmur – Laugarbakki 20 juni
Via de 56 weer terug naar Borgarnes waar een goede supermarkt zit en vandaar omhoog via de 1 door een verlaten lava landschap. Voor we naar de camping van Laugarbakki gaan rijden we de 72 op voor een bezoekje aan Hvammstangi. Helemaal boven in het dorp ligt een kerkje bij de ingang van het natuurpark. Een prachtig gebied. 2 dames zijn de graven aan het verzorgen en zij laten ons de kerk even van binnen zien. Zij wijzen ons ook op een oude watermolen. De 72 gaat over in de gravelweg 711 die we helemaal rond rijden. Veel kilometers maar het leverde niet veel op, of het moet Hvirserkur zijn: een rots die je op veel promotiemateriaal over IJsland ziet.
We rijden hier in een streek met veel paardenboerderijen dus uitkijken met rijden. De paarden hebben veel ruimte en steken makkelijk over.
Het waait enorm en het is ijskoud die dag. Op de kleine camping staan we dicht bij elkaar op een grasveld. Van het lokale gemeenschapsgebouw mogen we voor de avond de zaal gebruiken. Eigenlijk hebben we na aan komst op de camping nauwelijks contact met de groep. Je kan niet buiten zitten en iedereen zit in zijn eigen camper.
Laugarbakki – Akureyri 21 juni
Weer een prachtige zonnige dag vandaag maar heel erg koud! Eerst even naar Blönduós. Een kleine vissersplaats. Het textielmuseum zoeken we en daar hebben we geen spijt van. Leuk klein museum met op het moment dat wij daar waren een mooie tentoonstelling van een IJslandse kunstenares. Geweven wandkleden, kleding en lingerie. Erg mooi.
Als je het plaatsje uitrijdt, de rondweg op, kan het niet anders en je ziet een mooie moderne kerk liggen. Daar moet je gewoon even heen om nader te bekijken. De kerk is ontworpen door een boer uit de omgeving en moet een vulkanische krater symboliseren. Ook hier weer die mooie lichtinval.
Na het kerkbezoek volgen we de 1 weer, nemen een kijkje bij Vídimỳrarkirkju en nemen dan bij Varmahliö de afslag naar weg 75, naar Glaumbær. Hier vind je het Skagafjondur volksmuseum: een mooi bewaarde turfboerderij en kerk.
We rijden via weg 76 verder en zien veel paarden boerderijen. Je ziet ze overal in IJsland maar dit gebied is toch wel de kern. Het wordt eentonig maar ook hier is het weer prachtig. Je ziet een hele duidelijke overgang tussen fjord en oceaan. In de fjord lichtblauw, oceaan donkerblauw.
Helderblauw in de fjord en donkerblauw van de oceaan. Via diverse tunnels (geopend in oktober 2010) komen we in het gezellig Olafsfjordur. Eindelijk een plaats waar wat leven is, waar meer bedrijvigheid is en zowaar terrasjes. Locatie van deze plaats is geweldig. Midden in het plaatsje is een camping, leuk plekje om te overnachten.
Ook Dalvik ligt mooi. Ik beleef deze route zonder meer als een hoogtepunt. We werden natuurlijk wel geholpen door het mooie weer. Koud, maar helder en zonnig dus je kon ver kijken. Na al het moois van vandaag valt de camping in Akureyri ons wat rauw op het dak. Een slecht verzorgde stadscamping en verkeerslawaai.
Akureyri 22 juni
Een rustdag in Akureyri. ‘s Morgens de camper een beetje opruimen en ‘s middags de plaats verkennen. Heb je niet veel tijd voor nodig maar het is mooi weer en in de luwte best lekker warm. Dus lopen we wat rond, bekijken de kerk en het mooie gebouw waar de touristen info zit en gaan dan lekker op een terrasje zitten. De schoolkinderen hebben kennelijk een soort laatste schooldag, van tijd tot tijd hoor je een brul en dan zie je een groep tieners naar de grond duiken. Er is een gezellige boekwinkel met een koffiebar en gratis wifi. De tijdschriften kan je aan je tafeltje even inkijken. Geweldig idee. Moesten ze in Nederland ook maar eens doen.
Akureyki – Husavik 23 juni
Een korte rit vandaag, mooi tijd om nog even door de stad te lopen, wijn te kopen (veel te duur) en even bij de bookshop langs. Maar goed dat we dat gedaan hebben, het is nog goed weer , richting Husavik wordt dat wel anders. Het is koud en het regent als we daar op de camping aankomen. Onderweg een stop bij de Godafoss.
Voor de avond staat een groepsactiviteit op het programma. We gaan whale watchen. Tot het laatste moment aarzel ik om mee te gaan en dan besluit ik om 18.00 uur om het te doen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik na tien minuten op de boot al spijt had als haren op mijn hoofd. Ik had zelf al een warme winterbroek en 4 laagjes trui aan en op de boot kregen we nog zo’n dik hansop pak. Dat pak was nat van binnen dus dat was ook niet alles. Het was gewoon zo vreselijk koud dat ik er de lol niet van inzag. We hebben ook niet veel gezien. In de verte een paar “spuiten” Gradus zag een rug, ik een kop en wat dolfijnenvinnen. Het was slecht weer en veel wind, dus golven. Dit moet je met mooi weer doen!
De camping van Húsavik ligt mooi. Het plaatsje heeft bakkers, een supermarkt en een penismuseum (van zoogdieren).
Húsavik – Asbyrgi 24 , 25 juni
Gisteren laat naar bed, vandaag laat op. We hebben maar een korte rit voor de boeg. Eerst maar even boodschappen doen. In Mánárbakki is een boerderij met een oud huis overgebracht per trailer van Húsavik. Het is nu een Volksmuseum met heel veel rommelmarktspullen. Zelfs een blik van Droste Cacao. De beheerder is erg enthousiast en wil wel van alles vertellen. Dat maakte een bezoek aan dat kleine museum toch erg leuk, vooral als het buiten pijpenstelen regent. Op het terrein heeft hij een replica van een turfhuis gebouwd. Wij mochten een stukje gerookt lam proeven, een specialiteit voor de Kerstdagen. Smaakte wel lekker.
Bij Tungalendin rijden we een smal landweggetje in. Aan de kust ligt veel drijfhout. Bij Lónsós is een mooi uitzichtspunt waar je een klein wandelingetje kan maken. Wel met muts en handschoenen. We rijden in Asbyrgi eerst langs de camping naar het einde van de kloof waar een klein meertje ligt. Een aardige wandeling van 1,5 km vanaf de parkeerplaats. Dan naar de camping om een beetje rust in te bouwen vandaag. Daar denken onze reisgenoten anders over. Twee buren hebben de was van 2 weken buiten hangen. De volgende dag zoeken we een mooi plekje op de camping zonder uitzicht op de was. Asbyrgi is een V-vormige kloof en de camping ligt daar binnen. Prachtige plek, mooi wandelgebied. De camping heeft uitstekend sanitair en 5 droogkasten voor je was. Wat een service!
En op dat nieuwe plekje kunnen we zowaar even in de zon onze koffie drinken terwijl de koperwieken vrolijk om ons heen wippen. ’s Middag maken we een wandeling op de V van de kloof. Er groeien hier allerlei bloeiende lage plantjes. Als totale leek heb ik geen idee welke maar ik vind het wel leuk om de plantjes te bekijken. Al met al een heerlijke rustige dag maar je hoort ook al wel onrust in de groep. 2 dagen hier en dan ook nog 2 dagen Myvatn. Men wil wel weer naar huis.
Asbyrgi – Reykjahliŏ ( Myvatn) 26 juni, 27 juni
Waar we gisteren geen zin in hadden wil Gradus vandaag toch wel graag doen: Hljóồaklettar. Weg F862, een smalle, 13 km lange gravelweg door een maanlandschap. Helemaal doorrijden tot voorbij de camping en daar parkeren. Mooie rotsformaties langs de rivier de Jökulsá. En het lukt me niet om daar een fatsoenlijke foto van te maken.
We komen weer langs Húsavik. Komt goed uit kunnen we hier weer boodschappen doen. Bijna elke supermarkt in IJsland is open op zondag. Het kerkje van Husavik ziet er met zon ook mooier uit. Wij kiezen 87 richting Myvatn. De weg ligt hoog en aan de rechterkant ligt de rivier met breed dal. Een gravelweg leidt ons naar Grenjadarstadour . Het oudste deel van deze woningen dateert van begin 1800. Er woonden 30 mensen. Boeren en de dominee van het naastgelegen kerkje. Het kost even wat moeite om er te komen. Je wordt dan wel heel vriendelijk ontvangen in het visitor centrum mét een kopje koffie en een mooie dia show. Leuk ook om binnen te kijken. Mooi gerestaureerd.
Weer terug op de 87 komen we al snel weer op gravel uit en rijden we door een totaal eenzaam landschap. Als de maan er zo uit ziet waarom willen we er dan zo graag naar toe? Tegen de tijd dat we op camping Vogur in Reykjahlo aan komen is het al een uur of zes en het weer helaas compleet veranderd. Myvatn, dit gebied rondom een meer heeft veel te bieden, behalve mooi weer. Het is echt ontzettend koud: 5 graden en ijsregen. Er is geen lol aan! Maar ja, je komt hier niet zo gauw weer terug. Dan maar de dubbele winterbroek, een warmhoudhemdje, een shirt, een wollen trui, een gewatteerd jasje en een regenjack aan. Je valt hier van de ene verbazing in de andere. Allemaal lavavelden van een uitbarsting in 1957 en de grond, borrelt en bubbelt en stoomt. Eerst maar even naar het sofatarenveld Hverir. En dat is nu het fijne van een camper, we drinken eerst even binnen koffie tot de ergste bui voorbij is.
Het is een intrigerend gebied. Koud of niet, ik wil er alles van zien. De paden op de berghelling waar de zwavel ligt doe ik niet. Er zijn enkele plaatsen waar gierend en fluitend de stoom uit de grond komt. Dit zijn oude boorgaten die zijn afgedekt met een hoopjes stenen. De toeristen, die hier met grote busladingen vol aankomen, verdringen zich om gefotografeerd te worden met de stomende stenen.
Even verder aan de 1 is links de afslag naar de Krafla. De Krafla geothermisch kracht centrale is omstreden vanwege de bouw in een vulkanisch actief gebied. We nemen er een kijkje en het Visitor centre gunt ons een blik in een van de koeltorens. Verder omhoog rijden naar de Viti krater heeft vandaag geen zin, er hangt een dichte mist. Dus maken we een tocht om het meer, staan een tijd bij een meer met veel eenden en gaan kijken bij de pseudokraters. ’s Avonds gezellig met zijn zessen eten in het prima restaurant dat bij de camping hoort en krom liggen van de lach om Gradus die “mustard after dinner’ zegt tegen de bediening die vraagt of hij nog een aardappel wil als hij zijn eten al op heeft. Daarna een borrel drinken met de hele groep. De volgende dag is het weer nog niet veel beter. We doen ’s morgens rustig aan en als het wat opklaart rijden we voor de tweede keer richting Krafla. We hebben ietsje meer geluk bij het Viti meer.
De mist klaart even op. De wandeling rondom de krater durven we niet aan en even later zit het ook weer potdicht. Ook het pad bij het iets lager gelegen solfatarenveld dat voert naar de Leirhnjúkur lopen we niet helemaal af. Ons reisboek vertelde dat het hier met goed weer zo mooi is dat je voor de 2 uur durende wandeling eigenlijk de hele middag moet uit trekken.
Ons plan voor het rest van de middag was eigenlijk naar het bad te gaan. Een kleinere en goedkopere Blue Lagoon. Maar het liep anders, we reden nog naar Höfdi en zijn daar lang gebleven. Een leuke wandeling op een klein schiereiland met steeds weer ander zicht op het meer. Met als hoogtepunt voor ons: de IJsduiker wat een schitterende vogel.
’s Avonds hebben we met de hele groep nog een wandeling gemaakt. En zo hebben we ondanks het zeer slechte weer 2 fantastische dagen gehad in dit gebied.
Seydisfjordur 29 juni
De laatste dag in IJsland. We rijden naar de haven en overnachten op een camping zeer dicht bij de haven omdat we de volgende dag om 7 uur in de rij moeten staan. Het is bijna niet te bevatten maar we rijden vandaag zeker 100 km door een gebied waar geen huis, schuur, schuilhokje of ook maar iets staat. Fascinerend.
Omdat Seydisfjordur op zeeniveau ligt zien we het van verre al liggen. De plaats wordt omringd door bergen en het schijnt dat de mensen die hier wonen ’s winters de zon gedurenden twee maanden niet te zien krijgen.
De NKC rondreis is een prachtige reis waar we enorm van hebben genoten. Ik kan allerlei superlatieven bedenken maar dan zou ik het nog niet goed omschreven hebben. Ondanks de kou, de IJslanders zelf vonden het ook koud voor de tijd van het jaar, hebben we veel kunnen doen. We hebben het getroffen met de droge zonnige dagen die in de meerderheid waren. Het toerboek zat uitstekend in elkaar en alle activiteiten en maaltijden waren prima geregeld. De toerleiders weten waar ze over praten, ze zijn al tien keer in IJsland geweest. Joop en Gepke bedankt!
Meer foto’s van onze ijslandreis : klik hier
Denemarken
Wij zijn in 5 dagen naar het verzamelpunt in Denemarken gereden. Een kort verslag: Schleswig in Noord-Duitsland is de eerste tussenstop op weg naar Hirtshalls waar we de boot naar IJsland zullen nemen. Een goede keuze. De plaatsen in de haven zijn wat krap maar je staat naast een prachtig aangelegd recreatie terrein en het plaatsje is erg mooi.
We hebben 4 dagen om in Denemarken wat rond te kijken en toeren de volgende dag gewoon wat rond. Overnachting in Westerholz. Prima camperplek naast een camping maar 700 meter verder door rijden en je staat op Langballigau direct aan zee. Met de stevige wind stonden we wel lekker beschut in Westerholz en konden we buiten eten. Via Flensburg (lijkt een prachtige stad als je er langs rijdt) gaan we naar Tonder (DK) De plaats staat bekend om zijn puntdaken. Verder naar Logumkloster waar de mooiste bakstenen kerk van Europa te bewonderen is. We overnachten op de zeer luxe camping Ribe, even buiten de gelijkgenoemde plaats. Je krijgt hier kaartjes voor de badkamers, ja echt badkamers, maar de receptie kan dan wel precies zien hoe vaak je gaat douchen en je moet per keer afrekenen. Het centrum van Ribe bekijken we de volgende dag. De domkerk heeft schitterende mozaïeken achter het altaar. Gemaakt door het echtpaar Pedersen die tot de Cobra groep behoorden. We rijden verder via de kustweg en lunchen aan de voet van de Blabjerg, een 64 meter hoog stuifduin. Overigen we volgen hier route 8 van de “Margriet”route. Bij Skive blijkt de door ons gekozen camping vol. Het zal ook niet. We hadden het kunnen weten op de dag voor Hemelvaart hebben we zo vaak “vol”te horen gekregen. Maar de receptie belt naar een andere camping en zo komen we terecht op “”Junget Strand”, een prima camping aan een doodlopende weg tot de zee. Lekker stil! Op Hemelvaartsdag rijden we terug via Skive naar de andere kant van het Virksundfjord naar Logstor waar we in Aggersborg de schamele resten van een ringburcht bekijken. De kerk in het midden is helemaal gerestaureerd, tussen de lampen hangt een zeilschip. Vlak voor Nibe bezoeken we de Salling Kirke in Skap Salling. Deze dorpskerk komt over als een kleine dom en is gebouwd rond 1150. Door naar Nibe waar de kerk gesloten is en dan even door trekken naar camping Blokhus waar we weer in de zon kunnen eten. De volgende dag melden we ons op de verzamelcamping voor de IJsland reis.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.