zuid-afrika

Reisverslag begeleide camperreis Zuid-Afrika 29-12-2004 tot 01-02-2005 Reis van Kaapstad naar Johannesburg. Beschreven route en excursies Touroperator: Wereldcontact.

Klik op de vet gedrukte woorden en u wordt doorgelinkt voor meer info.

Voor foto’s : KLIK HIER 

Kaapstad Bloustrand en Tafelberg

We nemen de trein van kwart over elf uit Hoogeveen zodat we een directe verbinding hebben met Schiphol. Robert brengt ons naar het station en onderweg moet Gradus onder luid gemopper van Marianne nog een kleine waterpas kopen. Later bleek het wel heel handig dat we die bij ons hadden. We arriveren ruim op tijd op Schiphol. De vlucht naar Londen ging met British Midland in een prima toestel. De vlucht naar J’burg met SAA was heel wat minder en voor een nachtvlucht heel vervelend. De volgende dag in J’burg moesten we een paar uur wachten om verder te kunnen vliegen naar Kaapstad, die tijd ging voorbij met gesteggel over wel of niet lopend naar een vergelegen terminal te gaan. Maui ontving ons uitstekend met heerlijke broodjes en koffie. Onderweg naar de camping nog even de hoogst noodzakelijke boodschappen gedaan en het eerste doosje wijn gekocht. Om een uur of zes kwamen we na 31 uur reizen op de camping aan. Oatlands Holiday Village even voorbij Simonstown lag mooi. De weg over en je was de rotsen aan de kust. Niemand had nog zin in het diner dat we volgens programma zouden krijgen maar toen we eenmaal in het restaurant het heerlijke eten voor onze neus kregen waren we er meer dan mee verzoend. De honing/mosterd dressing over de sla en de vis (witte zalm volgens de ober) viel bij ieder goed in de smaak. Een dag vrij te besteden. Eerst de camper eens goed bekijken. Die viel tegen. Maakt een oude indruk met zijn donkerbruine bekleding. Ik had slecht geslapen onder de kraaknieuwe lakens die niet gewassen waren en besloot die lakens meteen maar te gaan wassen. Dat gekriebel van die pap in de lakens was vreselijk. We besloten die dag, na een bezoek aan de supermarkt, Cape Peninsula en het Peninsula Park te verkennen.

Vlak voor we het park in zouden rijden vond Gradus dat het voor mij ook tijd werd om de camper maar eens te besturen. Ik had toch wel wat kriebels vooral omdat we links moesten rijden. Maar eenmaal aan het rijden viel het geweldig mee en vanaf die keer hebben we elkaar steeds om de 1,5 uur afgewisseld met sturen. Een mooie route en mooie wandeltochtjes in het park. Bij Capepoint was het druk, het was een vrije dag. ’s Avonds na het eten even gaan slapen en de wekker op elf uur gezet zodat we met onze reisgenoten oud en nieuw konden vieren. De tourleider had voor “champagne” gezorgd. Het was koud buiten en het waaide erg hard. Dick (tourleider) had zijn accordeon mee en speelde voor ons. Mensen op het balkon van een nabij gelegen huis genoten ook mee. Veel vuurwerk konden we niet zien, de kust van het vaste land lag te ver weg en we hadden geen zicht richting Kaapstad. ’s Nacht steeds weer wakker van de SMS-jes die door het uur tijdsverschil later binnen kwamen Om 8 uur met de tourbus en het hele gezelschap naar Bloustrand en Kaapstad.

Helaas konden we niet naar de Tafelberg, de kabelbaan was dicht vanwege de nog steeds zeer harde wind. Van Bloustrand heb je een mooi uitzicht op de Tafelberg en Kaapstad. In de verte kunnen we nog net Robben Island zien liggen. Vervolgens naar een kasteel (en het oudste gebouw) in Kaapstad daarna naar het Waterfront. Een moderne wijk aan de haven en volgens mij dag en nacht open. Veel mensen. Leuk om daar koeien uit de Cow Parade tegen te komen.

Er stond er ook een die geïnspireerd was door de olympische spelen van 2010. ’s Middags zijn we op advies van onze gids naar de botanische tuinen geweest. Weer terug op de camping moesten we, moe of niet, toch echt nog even naar de kust lopen want we hadden de zwartvoetpinguïns nog niet gezien. We werden op onze wenken bediend. Veel pinguïns in en bij het water en je zag ze ook tussen de fijnbossen waar ze kennelijk de nacht doorbrengen. Op het verderop gelegen strand schijnen de beestjes gewoon tussen de badgasten te lopen.

2 januari: Neethlingshof bij Stellenbosch De tendens voor de komende dagen werd gezet. Vroeg op! En zo reden wij dus als eersten om kwart over zes van de camping af. Gradus wilde de Chapman’s Peak Drive beslist nog rijden. Op 31 december hadden we die weg van de onderkant bij Houtbaay benaderd maar mochten met de camper niet verder rijden. Van de bovenkant mocht dat wel. Een prachtige hooggelegen weg langs de oceaan. Via Fish Hoek weer terug naar de R310 een rustige kustweg richting Stellenbosch. Het waaide nog steeds erg hard en het zand van het strand werd daardoor de weg opgeblazen.

Om een uur of tien waren we in een zeer rustig Stellenbosch.  Het was zondag. De kerk ging net uit en de mensen stonden buiten met elkaar te praten, leuk om even dat Zuid-Afrikaans af te luisteren.

We hadden nog tijd genoeg en besloten een rit te maken in de mooie omgeving. Eerst richting Paarl via Franschenhoek en de gelijknamige pas weer richting Neethlingshof. Eenmaal over de pas en weer op de snelweg kwamen we zowaar in een file terecht. Het was de laatste vrije dag voor de Zuid-Afrikanen dus veel mensen die na een vakantie weer huiswaarts reden. We kwamen wat laat aan op de Neethlingshof maar er was meer dan genoeg eten en het smaakte heerlijk. Zoveel keuze dat je echt niet van alles kon proeven.

Daarna een rondleiding en wijnproeverij. Hadden we nog nooit gedaan en dus wel leuk. Maar tegenvaller: wijn proeven is minder lekker dan wijn drinken. Overnachten op de parkeerplaats, een ongezellige plek en dus zochten we ons eigen alternatief. We vonden een mooi plekje met uitzicht over de wijngaarden

3 januari: naar Swellendam. Een afstand van 200 km. We hebben niet de snelweg genomen maar de kustweg via Hermannus. We kwamen lekker vroeg op de camping en hebben de tijd genomen om wat te keutelen en in de schaduw te zitten. Om een uur of vier het plaatsje even ingelopen. Het was warm!!

’s Avonds kwam een bandje van de lokale bevolking ons wat vertier brengen.

Het klonk allemaal niet zo denderend maar zo konden die mensen wat verdienen en wij vonden het leuk.

4 januari: Naar Oudshoorn. Daar gaan we dan weer in alle vroegte. Het advies is om de R324 richting Barrydale (Kleine Karoo) te nemen maar als we de afslag willen nemen staat er een bord dat de weg verderop gestremd is. We gaan er toch in, het is een weg die steeds mooier wordt maar helaas bij de splitsing blijkt dat de weg naar Barrydale toch echt is afgesloten dus moeten we weer terug rijden naar de N2. We nemen nu bij Riversdale de R 323, een lange nagenoeg rechte weg naar de R62. Eindeloze “weilanden”, overal hekken, heet, droog en heel stil. Af en toe zie je een boerderij. Bij Ladismith komen we dan op de R 62.

Een leuke plaats trouwens dat Ladismith en we kopen hier melk en yoghurt bij een Diary en gaan dan nog even naar de supermarkt. 21 km verder is de afslag naar de Seweeksepoort. Gradus heeft hierover gelezen in het reisboek en hij wil deze dirtroad graag rijden, we hebben wel even nagevraagd of dat kon met een camper.  Het blijkt de moeite waard, een mooie weg tussen de rotsen.

We moeten dezelfde weg weer terug, na de pas loopt de weg dood. Dan door naar  Oudtshoorn, links en rechts van de weg eindeloze struisvogelboerderijen. De camping in Oudtshoorn ziet er goed uit, maar hier overnachten ook de groep mensen van de NKC die met de BOBO-campers reizen. Het oud zeer dat Wereldcontact vlak voor de reis aan ons meedeelde dat we ipv Bobo met Maui campers zouden reizen komt in alle hevigheid boven. De Bobo campers zien er gewoon beter uit, alle woorden van onze tourleider over de slechte service van Bobo ten spijt. Het is hier ook weer bloedheet, het moet haast wel 40 graden zijn. De bomen met fijne bladeren bieden nauwelijks verkoeling.

Route 62: De route die we rijden volgt min of meer de Route 62.

Tuinroute: ook veel info

5 januari: tour met minibusjes naar de Swartbergpas Omdat we de Swartbergpas niet met de camper mogen rijden organiseerde Wereldcontact een tour met minibusjes. Vertrek 08.00 uur, onze tourleider is een Zuid-Afrikaan die in de gaten kreeg dat hij met toerisme meer kon verdienen dan met boeren. Zijn naam: Kobus. We rijden eerst langs eindeloze struisvogelboerderijen en vervolgens langs een gebied met gesteente dat alleen hier en in Australië voorkomt. Dan gaan we naar Rust (?) en daar bezoeken we een huis dat gebouwd is van hooibalen en daardoor binnen heerlijk koel blijft. We kregen daar lekkere koffie en appeltaart met slagroom. De hele groep smulde van het heerlijke gebak. Daarna nog even naar een galerie annex winkel met spulletjes gemaakt door de lokale bevolking.

Vervolgens via de Meiringenpas verder de kleine Karoo in. De lunch gebruikten we in de middle of no-where op een boerderij. Mooie locatie met erg lekker eten. Kudu en andere vleespotjes. Op naar het eigenlijke doel: de Swartbergpas. Indrukwekkend!! En het werd steeds heter. Maar de rit hierheen is beslist de moeite waard. De grappen van Kobus ook. Aan het einde van de dag aan de voet van de pas bereiken we ‘Kobus se gat’. Kobus had van de ruimtes om zijn boerderij een horeca ruimte gemaakt.

Het brood kwam vers gebakken uit gietijzeren pannen uit de oven en het traditionele “potjekos” smaakte ons prima. Aan het eind van het diner mocht de zwarte hulp (die volgens Kobus als enige probleem had dat hij af en toe teveel dronk) voor ons zingen, hij begeleidde zichzelf op de gitaar. Natuurlijk waren die blanken uit Europa goed voor een goede fooi voor het geterg van hun oren.

7 januari: naar George De afstand naar George was slechts 75 kilometer dus reden wij meteen door naar Wilderness National Park. We wilden daar wandelen. We waren er vroeg en besloten de ‘Giant King Fisher Trail’ te gaan lopen. De trail begon op de camping waar we volgens het oorspronkelijke reisplan zouden overnachten. En dan baal je weer vreselijk. De camping ligt prachtig en je kon zo van de camping met een kano de bush in. Op het moment dat je dat ziet heb je gewoon de pest in. Hier wil ik ook staan! We volgden de oostzijde van de Touw Rivier en wilden lopen tot de waterval.

In het totaal 7 km volgens de folder. Maar soms was het lopen op handen en voeten onder de gevallen bomen door en het pad was steil en smal. Behoorlijk klauteren dus, wel erg mooi. Tijdens het lopen hoorden we steeds de roep van de Knysna Loerie, we zagen hem een keer in de boom zitten. Na ruim 2 uur lopen besloten we terug te gaan omdat we anders teveel tijd kwijt zouden zijn, we wilden nog meer zien. Om een uur of twaalf waren we kletsnat van het zweet weer bij de ingang. We vroegen aan de gate-gard of we gebruik mochten maken van de douche van de camping en dat mocht. Heerlijk opgefrist gingen we lunchen bij de camper en daar zag ik de Knysna Loerie vliegen. Vliegend een schitterende vogel. We hebben nog een rit gemaakt door Wilderness naar een vogelhut aan het water. Een mooie plek waar van alles te zien viel. Ik heb zelfs een glimp van een opgeschrikte ijsvogel gezien. Aan het einde van de dag hadden we er danig de pest in dat we niet naar de Wilderness camping konden gaan maar weer terug moesten rijden naar een camping in George.

8 januari: Naar Blaukrantz

Blaukrantz ligt vlak bij Tsitsikamma en was ook weer een vervangende camping. Een waardeloze vervanging maar gelukkig wisten we dat nog niet tijdens de rit erheen Er was geen andere keuze dan de snelweg de N2 te nemen. Gestopt in Knysna, een leuke plaats. We hebben ons zelf maar eens getrakteerd op een lekker ontbijt. Bij een Italiaans restaurant. Tenslotte was het pas half negen en we hadden we al weer 2 uur rijden achter de rug. Knysna had veel te bieden. We zijn naar de Knysna Heads gereden en genoten van de golfslag tegen de rotsen.  Daarna was het even zoeken naar Robberg Nature Reserve, het zoeken was de moeite waard, we genoten op de Robberg.

Volgens de verhalen de oudste plaats van Zuid-Afrika en de rotsen oogden ook heel apart. Net metselwerk met stenen erin. Aan het eind van de dag naar de camping in Blaukrantz bij de toegang naar Khoisan Village, waar je de hoogste bungi jump ter wereld kon maken. Wat een desillusie. Een vreselijke camping, het leek eerder een parkeerplaats voor vrachtauto’s.

9 januari: een vrije dag om Tsitsikamma te ontdekken Eerst maar even naar Storm’s River Village om te kijken of we wat informatie te pakken konden krijgen. Dat was op de camping, waar alles al dicht was toen we aan kwamen, niet gelukt. Ook ’s morgens was alles om 08.00 uur nog pot dicht. In Storm’s River konden we een plattegrondje van het park krijgen. We reden eerst naar Big Tree. Deze gigantische Yellowwood groeide al in de dertiende eeuw. Dit deel van het bos was weloverwogen ongestoord gebleven en we maakten er een mooie wandeling. Je hoorde overal prachtige vogelgeluiden maar zien, ho maar. Nu naar Storm’s River Bridge en ja hoor daar had je ze weer: de Bobo campers die wel op de camping direct aan de Oceaan stonden. De camping lag echt prachtig en ik was daar behoorlijk jaloers op. Maar goed, op naar de hangbrug die over de Storm’s River kloof loopt.

Het was even slikken bij die schommelende brug maar ik ben er toch over gegaan en we zijn helemaal naar boven gelopen waar je een spectaculair uitzicht had over de kloof en de kustlijn. Het pad was voor iemand met hoogtevrees lang niet makkelijk maar ik heb het toch maar weer gedaan. Het voordeel van vroeg op pad gaan blijkt maar weer we hebben nog tijd genoeg om via de R102 naar monding van de Bloukransrivier te rijden. Hier liggen mooie stranden. En dan weer terug naar de hangbrug waar we een leuk restaurant hebben gezien. Maar rijdend langs de kust vlak bij die geweldige camping zie ik opeens dolfijnen in de golven. Met de verrekijker was het spel van de dolfijnen goed te zien. Een geweldige bijna ontroerende ervaring om een grote groep dolfijnen te zien spelen in de golven. Jammer dat de andere van de groep op die stomme camping zijn en dit niet kunnen zien. Met donker zijn we pas weer terug bij de camping. We hebben een geweldige dag gehad.

10 januari: naar Addo 260 km Een flinke rit vandaag. Volgens het reisboek een weg die niets te bieden heeft, dus in een keer door naar de camping. Weer verblijven niet op de camping volgens het oorspronkelijke reisplan. We zouden op de camping in Addo Elephant National Park staan maar die is weer gereserveerd voor Bobo en wij staan op een camping 15 km van het park. We rijden via Port Elizabeth een grote stad aan de kust en met grote krottenwijken. Voorbij de stad draaien we het binnenland in, eerst maar naar de camping even op ons gemak lunchen en om half drie richting park. Addo ligt mooi met uitzicht op de bergen.

We krijgen het advies om naar de Janwalpan (pool) te rijden en ja hoor…olifanten. Het is een levendige bedoeling daar beneden bij de pool. Veel olifanten met jongen maar ook zebra’s ( de burchell zebra), reigers, struisvogel en wat verder weg een buffel. Geweldig!!! We staan er een hele tijd te kijken.

11 januari: naar Cradock Spa 210 km Grote Karoo. Even voorbij de camping ligt Mountain Zebra National Park en hoewel niet genoemd in het programma besluiten we er wel heen te gaan en dat was een goede beslissing. Dit park komt veel natuurlijker over dan Addo. Het ligt ook in de bergen en je moet een behoorlijk steile weg in het park omhoog nemen.

De Mountain Zebra is kleiner en heeft een witte buik. Ze zijn schuwer en komen niet dicht bij de weg. Zodra je stopt gaan ze aan de haal. We zien er ook hartebeesten, impala’s en de witstaartgnoe. We vinden met moeite nog een plekje op de camping waar ook de NKC groep stond.

12 januari: Lesotho Malealea, 482 kilometer

Gewoon maar even flink doortrekken vandaag. Zoals gewoonte wisselen om het uur van stuur. Er zijn geen parkeerplekken onderweg dus rijden we lang achter elkaar door. Via de douanepost: ‘Van Rooyenshek’ rijden we het Koninkrijk Lesotho in. De douane formaliteiten nemen enige tijd in beslag maar het verloopt toch vrij soepeltjes. De ambtenaren lijken met vooral alles langzaam doen en hautain kijken hun macht te willen uitstralen. En dan rijden we de grens over en lijk je in een andere wereld terecht te komen. Het lijkt wel een decor voor de film en wij voelen ons figuranten die er niet thuishoren. Stil staan om foto’s te nemen, ik heb er geen zin in. Overal mensen en ze hebben het arm. De kinderen staan over hun buikjes te wrijven en houden hun hand op, maar ook vriendelijke mensen die zwaaien als je langs rijdt. Het is een heel aparte ervaring. Het landschap is mooi en de hutjes zijn om te wonen in onze ogen erbarmelijk maar zien er wel pittoresk uit. Vanaf Motsekuoa wordt het rustig. We stoppen even en meteen komt er van het veld een jongeman naar ons toegelopen. Hij spreekt redelijk engels en vindt het gewoon leuk om even met ons te praten. Hij is met zijn ouders het veld aan het bewerken en vertelt dat hij graag naar de Highschool was gegaan maar dat niet kon betalen. Dan volgt 15 km gravelweg, naar links, nog 1 km en dan rijden we door de ‘Gates of Paradise.

Nu die naam is terecht, we rijden door een nauwe steile doorgang en daar ligt het paradijs aan onze voeten. Het is echt een schitterend gezicht om het dal opeens te zien liggen en op de achtergrond weer de bergen. De camping ligt wel leuk, geen uitzicht want er staan veel bomen en een groot hek er omheen. Maar het heeft wel wat. We zijn vroeg dus we hebben de tijd om lekker te relaxen en wat rond te kijken. Ik maak wat foto’s van kindjes en een prachtig laantje waar de Agaven groot bloeien.

 

Je ziet veel mensen op een paard rijden, ook de kinderen. ’s Avonds voor het diner speelt er een plaatselijke band bij het restaurant. We hoorden de muziek op de camping en Gradus is even polshoogte gaan nemen. Die kwam natuurlijk niet meer terug en toen ik maar eens ging kijken stond hij lekker mee te swingen en genoot zichtbaar. Natuurlijk wilde men graag geld, in dit geval voor de hele gemeenschap. De Malealea Lodge besteedt ook een deel van de winst aan de directe dorpjes in de omgeving en dat is ook duidelijk te zien.

We gaven ons op voor excursies de volgende dag. Ik zou gaan wandelen met een groepje en Gradus paard rijden.

13 januari: Malealea

De hele nacht regende het en ook ’s morgens regen. Het paardrijden kon niet doorgaan omdat het te glad was voor de paarden. Het lopen gaat wel door maar niet iedereen heeft zin om mee te gaan in de regen. Wij gaan wel en glibberen over de paden. De rode klei plakt aan je schoenen en je gaat steeds zwaarder lopen. Het laatste stuk als we vlak bij de rivier zijn en het pad stijl omlaag gaat haken de vrouwen af. De mannen lopen wel door om de grottekeningen te bekijken bij de rivier. Achteraf horen we dat we groot gelijk hebben gehad om te stoppen. De tweede gids brengt ons weer terug. We waren kletsnat!! ’s Middag een lunch: spaghetti. Alle mannen zijn al weer terug behalve Gradus. De vrouwen rond mij heen maken zich zorgen want het kan toch niet zo zijn dat Gradus, die erom bekend staat altijd eten te willen hebben, de hond in de pot zal vinden. Dus schept de een een bord sla en de ander een bord spaghetti voor hem op. Kees gaat maar eens even kijken waar hij blijft. Gradus moest zonodig schoenen schoon maken en vergat de tijd. ’s Middags maakt een klein groepje olv de 14-jarige Paul een rondleiding door het dorp.

We bezoeken de plaatselijke brouwerij en kopen een fles “bier” die gebotteld is een een wijnfles met een mooi etiket. We gaan naar het winkeltje van Paul’s moeder, een mandenmakerij, een “museum” (we krijgen daar een kopje traditioneel gezette thee) en we bezoeken dan ook nog de kliniek.

Gelukkig bleef het die middag droog en lopen op de Teva’s bleek een veel beter idee dan de bergschoenen. De kinderen van het schooltje lieten ons hun kennis over Nederland horen en de overeenkomsten: koninkrijk en een democratie. Nederland werd aangewezen op de kaart en alle namen van het koningshuis werden opgedreund. Niet zo gek want de school was gebouwd met geld van 5 Nederlanders die zich de ‘Big Five’ noemden. Onze giften werden dankbaar in ontvangst genomen. De kinderen hadden voor de bezoekers een papieren bloem gemaakt. Bekaf was ik die avond, we hadden we al met al zes uur gelopen. Om half negen sliepen we al.

14 januari: Golden Gate National Park 250 km.

’s Morgens om zes uur scheen de zon nog een beetje en kon ik bij de ‘Gates of Paradise’ toch nog een mooie foto maken.


Terug naar Motsekuoa en richting Maseru passeerden we bij Maseru Bridge de grens met Zuid Afrika weer. Krijn reed voor ons en moest de camper parkeren maar wij werden doorgezwaaid door de douane beambte. Later werden we daar steeds mee geplaagd. Wij mochten vast Zuid Afrika niet uit want die zitten nog in Lesotho. Het weer zou weer spoedig omslaan naar regen en op de Glen Reenen Rest Camping kwam het met bakken naar beneden. Wel mooi want de camping lag onder de rotswanden en overal kwamen watervallen naar beneden.

 

Met Kees en Jeanne zijn we gaan lopen. De wandelpaden waren veranderd in kleine beekjes. Op een gegeven moment konden we gewoon niet meer verder. We hebben met een groepje nog een gezellig “happy hour” gehad onder een overdekking. Ieder nam wat lekkers mee en zijn eigen wijn en met de dikke fleece vesten aan hadden we het enorm gezellig.

15 januari: Royal Natal 120 km

Voordat we doorrijden naar Natal bekijken we Golden Gate beter. Het is mooi weer en dat nodigt wel uit tot wandelingetjes. We rijden de Blesbok Loop en de Oribi Loop en gaan geregeld de camper uit om te genieten van de mooie vergezichten en de natuur.

We zien niet zoveel beesten dit keer. Verder weer op de route komen we langs het Sterkfontein Dam Nature Reserve. We rijden de toegangsweg in maar gaan niet door de gate die toegang geeft tot een waterrecreatie verblijfgebied. Wat verder op de hoofdweg de R74 is een parkeerplaats waar we met veel anderen een tijd hebben staan kijken naar een geweldige groep gieren. De gieren werden wel gevoerd, onder in het dal lagen minstens 20 kadavers van koeien. Het was een imposant gezicht tegen de strakblauwe hemel en boven het blauwe water van het stuwmeer. Verder naar Royal Natal en de Mahaicamping, die mooi gelegen was in het park. Ruime plaatsen en we hebben de middag dan ook lekker genoten van het mooie weer en rust gehouden. Tegen 18.00 uur regende het weer.

16 januari: Royal Natal

We hadden met een groepje afgesproken om te gaan wandelen om 08.00 uur en dat moest weer in de regen en dikke mist. Geen nood we hebben een prachtige wandeling gehad naar de Tiger Falls en de Cascades.

Bij de Tiger Falls moesten we de rivier oversteken, de schoenen waren toch al drijfnat dus dit kon er ook wel bij. Wel een beetje bang om uit te glijden op de glibberige stenen. De middag druk geweest met de was en een droger die maar niet wilde drogen.

17 januari: Howick 190 km

We moesten we al weer weg uit Royal Natal en hadden we het hele amfitheater (rotswand) nog niet gezien en ook die ochtend alles in dikke mist. Toch brak na een halfuurtje aarzelend de zon door en kwamen er wat gaten in de mistflarden.

Nog een redelijke foto kunnen maken.

We kozen voor de R 103 vanaf Mooirivier. De weg (Midlandsmeander) liep via vele kleine plaatsjes en veel ateliers. Alles was dicht of niet bereikbaar. Het was een mooie weg en leek ons leuker dan de N3. Voor we naar de camping reden zijn we doorgegaan naar Pietermaritzburg. Het laatste stuk was een boomrijke laan met links en rechts prachtige villa’s. De stad heeft een leuk centrum, het was erg druk op straat en je zag slechts een enkele blanke.

In Howick boodschappen gedaan en heerlijke warme pasteitjes gekocht. We waren uitgehongerd. De camping lag naast de Howick Falls waar nog maar weinig water in viel. Zomertijd zullen we maar denken. ’s Avonds lekker gegeten met een groepje.

18 januari: Ballito 125 km

Om tien uur afgesproken voor de Holiday Inn in Durban om met elkaar de stad in te gaan. Omdat we altijd om zes uur vertrekken dachten we nog wel een uitstapje naar Kranskloof Nature Reserve te kunnen maken. Een verkeerde keuze, de weg was mooi maar het Reserve niet te vinden. We kwamen in tijdnood en konden de weg terug naar de snelweg niet vinden. Stress! Om tien over tien waren we op de afgesproken plaats en gingen we met meerdere in een camper de stad in. Het lukte niet om een parkeerplek te vinden, Jannie had een route uitgestippeld en leidde de eerste camper langs de bezienswaardigheden. Met elkaar nog even wat gegeten aan de haven. Lekker is anders. Langs de kustweg verder naar Ballito. Het was snoeiheet en broeierig geworden. De aankomst op de camping was helemaal niet leuk. Ik werd kribbig van de warmte, het duurde dan ook niet lang of het begon te regenen en onweren. Koken en eten in de camper met die hitte is een ramp. Wat later zijn we met elkaar ergens onder de veranda gaan zitten.

19 januari: Ballito

Een vrije dag. Om zes uur lopen we op het geasfalteerde pad langs het strand. Overal is bebouwing van appartementen en hotels, direct aan het strand. Het is nog steeds zwaarbewolkt en broeierig. Geen dolfijnen en daar hadden we een beetje op gehoopt bij de Dolfijnenkust. Tegen half negen terug bij de camper en om half tien breekt de lucht open. Binnen een half uur is het prachtig zonnig en niet meer broeierig, wel warm.

Naar zee dus. Behoorlijk hoge golven, we mogen alleen de zee in bij een bewaakt stuk dat door twee palen wordt gemarkeerd. Met moeite kan je blijven staan in de golven. Omdat het een jubileumreis is, worden voor de avond uitgenodigd door de tourleiding in een dichtbij gelegen restaurant. Mooie gelegenheid met erg lekker eten. Witte zalm?

20 januari: Shakaland 90 km.

We niet ver hoeven te rijden en we worden pas om 16.30 in Shakaland (een soort museum Zuludorp) verwacht, dus blijven we de ochtend nog lekker in Ballito en gaat Gradus nog een keertje spelen in de zee.

 

In Shakaland hebben we een cultureel programma, diner, overnachting in een rondavel, dansvoorstelling, ontbijt en de volgende ochtend deel 2 van het programma.

Het is allemaal wel aardig maar wat ons betreft mogen ze dit onderdeel schrappen. We besluiten dan ook met 6 mensen om de volgende dag gewoon vroeg te vertrekken en niet aan het programma deel te nemen. We waren intussen zo gewend aan onze camper dat we ons niet konden verheugen op een nachtje in een hotelkamer.

21 januari: Mkuze 250 km

Een rustige eindeloze weg met links en rechts productiebossen.Wij gingen eerst naar St. Lucia en op advies van ons reisboek maakten we daar een boottocht. Het was weer broeierig heet, het windje op de boot was zeer welkom. Een mooie tocht en voldoende te zien. In het riet zaten heel veel gele wever vogeltjes, maar ook een donkerbruine dikkont wever. Langs de oevers verder: een reuzenreiger (1,5 meter hoog), nijlpaarden, een krokodil en een visarend.

Nog even boodschappen doen en door naar Mkuze. De camping ligt in het park maar toch nog 10 km van de receptie en dan is het een voordeel dat er voor je geboekt is. We konden zo de camping op. Tegen etenstijd weer volop regen, onweer en bloedheet. Ik zag het niet meer zitten en hield het in de camper niet uit. Gradus wilde graag warm eten en ging zelf koken. De airco kon het niet koel krijgen met het gas aan. Vreselijk!!!

22 januari: Mkuze

Vandaag moesten er meer vroeg op. We hebben een ochtendsafari om 06.00 uur. We loten voor deze tijd, we konden niet allemaal mee. De volgende groep ging om 07.00 uur. Achteraf bleek dat we, toen we zelf op pad gingen, meer zouden zien. Vrij snel zagen we een jonge giraffe en moeder. Onze eerste! Je raakt niet uitgekeken.

Dan met eigen camper door het park, eerst naar de Kumahlahl schuilhut. Je loopt dan eerst door een “gang” met aan weerszijden hoge hekken en dan kom je in een schuilhut. Niet veel te zien, maar even rustig afwachten. En ja hoor daar komt een oude kudu (meerdere draaien in de horens) aan en een vlakvarken. Ook veel watervogels. Daarna naar de Kumasinga schuilhut. Er zat een man met prachtige Canon fotoapparatuur. “Die zit daar niet voor niets” dachten we en we zijn er maar mooi bij gaan zitten. Al met al wel 1,5 uur.

Eerst zagen we alleen vogels, wel mooie, maar het duurde maar even en daar kwamen nyala’s aanlopen om te drinken in de pool. Dan weer even rust en daar komen de gnoe’s (wildebeesten) met hun jongen en de zebra’s. Het was weer even rustig en dan hoor je een soppend geluid en daar komt de olifant aan en dat werd een heel spannend schouwspel. Eerst dronk hij rustig aan de overkant uit de pool en spoot wat water over zich heen maar toen liep hij met wildklapperende oren naar de zijkant van de schuilhut. Het leek of hij er dwars door heen wilde. Ik werd er een beetje bang van en pakt mij spullen om weg te kunnen rennen.

 

Het was een geweldige ervaring daar bij die pool. Gradus zag er ook nog de Kingfisher en kon mij nog net op tijd waarschuwen. Eindelijk eentje goed kunnen zien! Verder naar het uitzichtpunt NsumoPan. Hier zijn de mooi citroengele Fevertrees volop te bewonderen. Een ideaal gebied voor vogels maar midden op de dag zie je er niet zoveel.

Wij zagen wel de ooievaar met de rode kop: de Nimmersatt en natuurlijk nijlpaarden die lui lagen te zijn en niet boven kwamen.

Om 17.00 uur nog een avond-drive. Een beetje veel van het goede, want we waren behoorlijk afgeknoedeld. Aan het eind de grote verrassing: toen we weer camp waarts gingen zagen we geheel onverwacht toch nog de neushoorn die iedereen zo graag wilde zien. Onze gids vroeg nog of we die dag de olifant hadden gezien. Ik liet hem de opnames bij de pool zien en hij reageerde met trots. De olifant was nog maar kortgeleden uitgezet in Mkuze.

Het was een indrukwekkende dag geweest!!

26 januari: Mmilwane 250 km

We moeten ons weer onderwerpen aan grensformaliteiten, ook hier verliep dat vlot. 5 Rand wegenbelasting betalen en we konden verder rijden. De verandering was lang niet zo groot als in Lesotho. Politieke partijen zijn er verboden en de ministers worden persoonlijk door de koning uitgezocht. Swaziland is een van de laatste absolute monarchieën ter wereld. Overal reclame en vermeldingen over de beste irrigatiesystemen ter wereld. Het koninkrijk Swaziland is trots op zijn uitvindingen. In Manzini doen we nog even boodschappen, het is weer broeierig heet. Gradus pint geld en vergeet dat hij niet in Zuid-Afrika is en schrikt dat hij 1000 Swaziland… krijgt. Het is zondag en we kunnen de bank in, gelukkig lukt het de volgende dag in Pigs Peak vrij eenvoudig om het geld 1 op 1 om te wisselen tot SAR. De camping ligt in Mliiwane Widlife Sanctuary. Als we door het park naar de camping rijden stuiten we bij de brug bij de Hippopool op een grote krokodil. Gradus vergeet helemaal te stoppen dus weg krokodil en geen foto. Eigenlijk weten we bij aankomst niet goed wat we moeten doen, het is zo heet en vochtig. We gaan maar even proberen te slapen. De airco hoog op. Tegen drie uur wordt het noodweer, onweer, veel wind en een gigantische regenbui. Reisgenoten, zo hoorden we later, zaten nog bij Manzine midden in een tornado. De dakplaten vlogen door de lucht en de bomen knapten als luciferhoutjes. Toen Harmien bij aankomst haar verhaal vertelde zag je de angst nog in haar ogen. ’s Avonds met elkaar gegeten in het restaurant van het park. Het bleef regenen. Het park zijn we niet meer rond gegaan de dirtroads waren veel te modderig te geworden.

24 januari: Kruger National Park 210 km

Via het Malelane hek rijden we het Kruger Park binnen. Ik voel gewoon wat zenuwachtige opwinding als we het hek passeren. Dit moet het hoogtepunt van de reis worden. We rijden eerst naar camping Berg en Dal en gaan daar koken en even lekker op ons gemak eten. Zo kunnen we tot half zeven (uiterste tijd dat je weer binnen moet zijn) genieten van het park.

We nemen de S114 en de S25 richting Krokodillenbrug. De natuur is mooi, we zien veel vogels maar verder niet veel bijzonders. Om half drie zien we een zwarte ooievaar en na drieën wordt het leuker.

Onverwacht duikt er opeens een grote olifant voor ons op. Het is echt even happen naar adem als een dergelijk groot beest onverwacht zo vlak voor je camper staat.

We nemen links de S119 die langs de rivier loopt en zien een neushoorn. Bij de Gardenia schuilhut blijven we een tijdje kijken maar buiten wat gnoes zien we hier verder geen beesten. Wel de bosveldvisvanger. Verder op de S118 staan we opeens midden tussen een grote groep buffels.

We moeten ons nog haasten om voor half zeven weer op de camping te zijn. Je krijgt zware boetes als je te laat binnen bent. Op het laatste stuk zien we nog weer een groep olifanten met jongen.

25 januari: Skukuza Kruger National Park

Het heeft weer veel geregend. Vlak bij de camping Berg en Dal begint de Matjulu-loop en die nemen we eerst maar. De weg is behoorlijk modderig en af en toe moeten we door riviertjes waarvan het water nu veel hoger staat. De camper staat hoog en de mercedesmotor trekt hem prima overal door. De steile glibberige helllingen zijn geen probleem. We zien nog niet zoveel die ochtend. Wel veel antilopen. Verderop bij de Renosterpan maken we even koffie en blijven we een tijd genieten van het geluid van de kikkers, zij geven een prachtig concert met mooi diepe bassen. Veel vogels hier, de verrekijker hebben we hard nodig. Maar een neushoorn zien we niet.

Als we hier wegrijden gebeurt er ineens weer van alles vlak achter elkaar. Een grote groep giraffen en 5 minuten later als we naar de giraffen staan te kijken, steekt er een grote neushoorn de weg over. We volgen de hoofdweg H3 en nemen rechts de S113. Een safari auto gebaart ons te stoppen en de gids vertelt dat hij leeuwen heeft gezien langs de S26, dus wij ook die kant op. Het is maar goed dat er een andere safari-auto nog staat te kijken bij de leeuwen anders waren we er wellicht langs gereden. Het vrouwtje ligt helemaal verstopt en het mannetje is nog net een beetje te zien. Ook hier is geduld een schone zaak. Wanneer het mannetje wakker wordt, rijden we dichterbij en, kan ik vanuit het raam een mooie foto maken.

We beginnen honger te krijgen en het warmeten tussen de middag was ons goed bevallen. We rijden naar de Lower Sabie camping. De dagrecreatie was zo snel niet te vinden, we gaan brutaal als Gradus is, gewoon op een kampeerplek staan. Camper aansluiten op elektra en koken met de airco aan. Gradus verdwenen, het eten is klaar en daar is Gradus weer. We kunnen er weer tegenaan en gaan naar de picknick plaats bij de Mlondozidam. Die plaatsen zijn veilig en daar mag je je voertuig uit. Het is een prachtige hooggelegen plek met een mooi uitzicht. Beneden in de rivier liggen de nijlpaarden lui te wezen. Via de H10 en deH4-1 rijden we naar Skukuza Restcamp. Bij de Lubyelubye rivier wemelt het van de nijlpaarden die nu (uur of vier) veel actiever zijn en met elkaar spelen. Het lukt maar net om op tijd daar te zijn voor de avonddrive . Ik ben bekaf en heb genoeg gezien voor vandaag, ik besluit niet mee te gaan. Als ik met de camper naar een plek zoek heb ik meteen al spijt. Het is warm en vochtig op de camping en helemaal niet gezellig. Gelukkig komt de safari auto langs rijden en als ze vragen “of ik geen spijt heb van mijn beslissing” weet ik niet hoe snel ik moet instappen.

26 januari: Satara 100 km

Het regent als we opstaan. We volgen de H1-2 en willen de zijwegen nemen. Die zijn afgesloten. Ik maak foto’s van verregende aapjes die langs de weg lopen. We zien in een grote pool weer heel veel actieve nijlpaarden. Het is echt een gerollebol van jewelste in het water. Vandaag is het veel koeler en de dieren lijken daar ook van te genieten. Het begint weer droger te worden, we rijden eerst door naar de camping om te koken. Tegen half drie weer op pad. We hebben meteen veel te zien langs de H7. Een groepje gnoe’s, een grote vogel: de koritrap en bij de pool vier olifanten die zich uitleven in het water. Prachtig om te zien hoe die logge beesten soepel in het water worden. Ze rollen om, gaan kopje onder, klauteren over elkaar heen. Geweldig!! Via de s39 en de s127 naar de hoofdweg. Genoeg te zien: grote groep olifanten, uiteraard de antilopen, giraffes, neushoornvogels en ga maar door. Het laatste stuk de H1-4 (het is nu half zes) genieten we vooral van het mooie licht over de “steppen” en de lucht die prachtig kleurt. Ik maak toch maar weer een foto van een giraffe in het avondlicht en een paar vogelfoto’s. Om twee minuten voor half zeven rijden we de gate binnen. Net op tijd. Nu lekker aan de wijn en koken hoeven we niet.

27 januari: Blydepoort 195 km.

Om vijf uur zitten we in de camper. We willen er alles nog uit halen vanmorgen. Ongedoucht gaan we op pad. Een hyena. We wilden die nog graag zien. We gaan eerst naar een hoofdweg de H6. Een dan een geweldige verrassing: er liggen leeuwen op de weg: 2 koppeltjes met 4 welpen.

Hier hadden we op gehoopt. We zijn ontroerd bij het zien van deze mooie beesten. De mannetjes blijven liggen, wel alert en de vrouwtjes lopen steeds heen en weer. Ze likken hun welpen eens en lopen geregeld links en rechts van de weg het veld in te kijken. Een prachtig schouwspel waar we wel een uur van genieten. De ochtend begint zo wel heel erg mooi. We gaan verder via de S41 en de S100 en zien nog van alles. Onze ontmoeting met een agressieve olifant was heel spannend. Hij stond midden op de weg en wij moesten wel stoppen, met flink zwaaiende oren kwam hij steeds dichter naar de camper toegelopen. Ik kon het niet meer aanzien en vluchtte naar achter. Helpt niet natuurlijk. Gelukkig hij gaat opzij staan maar blijft agressief. Als Gradus de motor weer start gaat de bul een stapje opzij en rijden wij snel door. De kudde gnoes, die verderop staan, kijken ons rustig aan. Om tien uur zijn we weer terug en gaan we lekker douchen en koffie drinken op de camping. Nu moeten we toch echt Kruger verlaten. Via Orpengate, waar we koken en middagpauze houden, gaan we richting Blydepoort. Een mooie weg. De Abel Erasmuspas is schitterend maar biedt geen stopplaatsen om te fotograferen. Aventura Blydepoort is een mooie camping met eigen uitzichtpunt op de Blyde rivier en de rondavels.

We wachten boven, met koffie, het mooie licht af om foto’s te maken van de rondavels.

28 januari: Sabie 95 km.

Geen grote afstand toch doen we er de hele dag over. Er is van alles te bekijken. Het wordt camper in camper uit om alle uitzichtpunten te zien. Bij Burke’s Potholes blijven we wat langer. De potholes uitgesleten door de Blyde rivier zijn mooi, jammer dat het midden op de dag is. Dit had ik wel met avondlicht willen zien.

Op de parkeerplaats zingt en danst een groepje vrouwen. Ze zien er kleurrijk uit en hebben er duidelijk zelf ook plezier in. Ik presenteer ze een koekje en ben dan de hele trommel kwijt. Ik gebaar dat ze de inhoud mogen hebben maar dat ik de trommel wil houden. Pilgrims’s Rest een oud mijn dorp vinden niet veel aan. Als je niet uitkijkt gaan ze ongevraagd je camper wassen. In Sabie komen we op een camping met zeer royale plekken. We gaan uit eten en genieten daar zeer van. Lekker met zijn tweetjes.

29 januari: Pretoria 360 km.

In Sabie rijden we verkeerd en moeten we via White River en Nelspruit naar de N4. Geen probleem, de weg is mooi. We komen veel fietsers tegen. Blanken wel te verstaan. Het is zondag. Bij Waterval Boven zoeken we naar de trein die via een spectaculair spoor naar Waterval Onder moet lopen. Het spoor loopt er wel, verder alles dicht. Bij Waterval Onder staat de trein verroest op de rails. Gradus wil terug naar de tunnel om zelf te kijken. Het spoor ligt er maar ziet er net uit als het monument in Westerbork. De wandeling naar de waterval is wel de moeite waard. Bij Middelburg gaan we van de N4 af om de het Ndebeledorp bij de Botshabelo Missie te bezoeken. Helaas het dorp is niet bereikbaar vanwege de hoge rivierstand. Toch is het goed toeven bij de missie.

Het is er stil en een mooie plek om te lunchen. De kerk is mooi versierd vanwege een trouwerij. Eenmaal terug op de N4 realiseren we ons dat de reis bijna voorbij is. Overal borden dat we moeten oppassen voor Hi-jackers en aan de horizon lelijke fabrieken. De camping in Pretoria ligt aan een drukke weg. Een waardeloze camping.

30 januari: bustocht Pretoria en J’burg.

Om 08.00 vertrekken we. Op het verzoek van de groep wordt het pretpark Sun City ingeruild voor een tour langs Soweto.

De betere wijken bestaan uit stenen huisjes waarbij de steen staand is opgemetseld. Zo heb je veel minder stenen nodig. De echte krottenwijken zijn schrijnend. We bezoeken achtereenvolgend het Hector Pieterson Museum, het Apartheidsmuseum en de wijk waar TuTu en Winnie Mandela wonen. Pas om half twee bij het restaurant van het Voortrekkermonument kunnen we wat drinken. Zolang zonder koffie, dat had je ons niet mogen aandoen. Bij terugkomst op de camping lukt het me nog net om een blouaapje te fotograferen. De blauwe balletjes moesten nog zichtbaar. ’s Avonds een lekkere braai in de mooie tuin van een nabijgelegen restaurant.

31 januari: Vliegveld Johannesburg.

Hangen en wachten tot onze vlucht naar Londen gaat om tien over tien ‘avonds. 5 uur de tijd gehad op het vliegveld en Gradus moet 20 minuten voor tijd nog naar CD luisteren. Als allerlaatste komen we het vliegtuig in.

Ik kan deze reis van harte aanbevelen. We hadden pech dat er binnen Wereldcontact net wisseling was geweest van camperverhuurders en af en toe was dat lastig tijdens de reis maar ik ben ervan overtuigd dat die problemen eenmalig zijn geweest.

Voor foto’s : KLIK HIER

Over marianne

73 jaar. Ging graag samen met mijn man met de camper op stap. Vind het leuk om te fotograferen tijdens die reizen. Ben graag buiten voor nordiccen en fietsen. Ik lees en bridge graag. Daarnaast zit ik heel wat uurtjes achter de computer. vanaf mei 2020 ga ik helaas, ivm overlijden van mijn man, alleen op stap of met solo groepsreizen.
Dit bericht werd geplaatst in 2005 Zuid-Afrika. Bookmark de permalink .