Begeleide camperreis Marokko 5 weken vertrek 16 april Tarifa Spanje
Voor de foto”s : KLIK HIER
Tarifa-Tanger-Asilah
Met de boot over naar Tanger. Het invullen van de papieren bij de douane geeft weinig problemen. We rijden door de poorten van het haventerrein en weten het direct: Marokko is Afrika. Grote overeenkomsten met de indrukken die wij kregen in andere Afrikaanse landen. Het is druk in Tanger maar toch niet zo veel verkeer als in een stad in Nederland. We volgen de borden richting luchthaven en vinden zo vanzelf de kustweg naar Asilah (eerst even langs bij de Marjane supermarkt). De kustweg maakt geen indruk. De camping is zoals er nog velen zullen volgen: niet verzorgd en je ruikt de toiletten. Asilah is een mooi stadje: witte huisjes, smalle straatjes aan de voet van het paleis van Raisouili. De stadsmuren herinneren nog aan de Portugese bezetting.
Asilah – Sale/Rabat
Het eerste wat weer opvalt als je verder rijdt zijn de vele ezels met grote manden en mensen met korte bungelende benen erop.
We stoppen in Souk-el-Arba-du-Rharb en eten een brochette (vleesspies) met een broodje. 13 km ten noorden van Rabat liggen de Jardins Exotiques. Hoewel niet de hele tuin goed wordt onderhouden was het toch de moeite waard om er op je gemak door te lopen. Camping de la Plage was niet zo eenvoudig te vinden en we reden bijna klem tussen de smalle poorten van de stadsmuren van Sale. ’s Middags Sale bekeken.
We wilden naar de Koranschool. Op de gok door de smalle straatjes van Sale gelopen. Bij de Koranschool boden twee heren aan ons de mooie dingen van Sale te laten zien. We waren met een groepje en de een riep ‘joh, daar vragen ze straks heus wel geld voor’ en de ander ‘Nee, ze zijn trots op hun stad en willen de stad graag aan ons laten zien’. De rondleiding van de twee gidsen was een groot succes. Wij hadden zelf onze weg nooit kunnen vinden en het andalusische huis en de prachtige trouwzaal waren mooi om te zien.
En natuurlijk werd er na afloop geld gevraag. Dit keer was het het waard geweest.
Excursie naar de ‘toren van Hassan’ en het ‘mausoleum van Mohammed V’ geven een goed beeld van de Marokkaanse bouwkunst.
Hier zag alles er zeer goed verzorgd uit en het koper werd blinkend opgepoetst. Er was hoog bezoek die dag. We moesten wachten voor we het mausoleum in konden. Honderden militairen die allemaal graag op de foto wilden voor het grote Mausoleum. Door na de Kasba Oudaia en een kopje thee bij café Mauree met een prachtig uitzicht. Die muntthee kan mij niet bekoren. Zonder suiker veeeel te bitter en met suiker gewoon niet lekker. Ze verkopen hier overheerlijke koekjes. Verder kan Rabat ons niet zo bekoren. Sale was leuker. We steken de baai over naar Sale en lopen naar de vele vis tentjes. Men roept om het hardst om de klandizie binnen te halen en er gaat een groot gejuich op onder het personeel van het tentje dat wint. Tenslotte zijn we wel met 28 personen. Wij hebben genoeg van de kust die ons niet zo kan bekoren en nemen nu de 401 die via een grote hoek door het binnenland weer uitkomt bij Casablanca. Wij rijden Rabat uit via een brede laan met aan weerszijden prachtige grote panden. Hier zitten de ambassades en het paleis van de huidige koning. We rijden via een mooie bergachtige weg door de Gorges Sidi Abdallah.
Kleine boerderijen en gebouwtjes van golfplaten en landbouwplastic. We kiezen voor een geel weggetje en nemen een lange pauze bij de rivier. Een grote groep bijeneters zijn ons gezelschap, beneden langs de rivier trekt een herder met zijn geiten langs en aan de overkant van de rivier zit een grote uil naar ons te kijken. Een prachtige plek en we zitten hier alleen. Niemand die iets komt verkopen of vragen naar sigaretten. Als we weer richting kust rijden komen we door Ben-Slimane, deze plaats ziet er opmerkelijk schoon en mooi uit. Van deze plaats tot de kust rijden we via de 313 door de wijngaarden. Blij dat we deze route gekozen hebben en niet de route van het routeboek. In Casablanca kunnen we de camping (Camping Oasis een prima stadscamping) niet vinden en ten einde raad vragen we een taxi om voor te rijden naar de camping. De volgende dag bezoeken we de Hassan II Moskee, die de Marokkanen zoveel geld heeft gekost.
Het is een gebouw van veel pracht en praal en heel indrukwekkend. Er gaan gidsen mee naar binnen. Het vervelende daarvan is dat je dat te weinig tijd hebt om goed rond te kijken. Elk hoekje en gaatje zijn bewerkt, er zijn zoveel mooie details. De moskee komt kil over.
Casablanca –Safi Het is wel duidelijk te zien dat Marokko dreigt te gaan lijken op Spanje. Hoeveel bebouwing zal er over tien jaar langs de kust staan. Onderweg stoppen we in El Jadida om een kijkje te nemen in de oude Portugese stad die omgeven is door wallen. We bezoeken het Portugese waterreservoir, de gewelven weerspiegelen in het water, zeer fotogeniek!
De voegen van de muren zijn van lood! Dit reservoir is aangelegd voor de Portugese schepen om water in te nemen op hun weg naar Indië. Het is een gezellig e zondagmorgen in dit gedeelte van de stad.
Een muziekgroepje met artiesten trekt door de straten en het is net het tafereel van de ‘rattenvanger van Hamelen’. De mensen lopen er achter aan tot een van de torens op de stadswallen en daar begint de voorstelling van de acrobaten.
Als we El Jadida verlaten ( ik reed kennelijk te hard en kreeg een boete van 400 dirham) rijden we eerst langs de fosfaathavens. Niet zo mooi natuurlijk maar daarna wordt het weer een mooie kustweg. Bij aankomt op de camping van Safi is de lucht zwaar bewolkt geworden en te oordelen naar de gesteldheid van de bodem heeft het al heel wat geregend de afgelopen dagen. Het duurt dan ook niet lang of de regen barst los en houdt de hele nacht en de volgende dag aan.
Safi – Essaouira Ons bezoek aan Safi de volgende dag kost dan ook niet te veel tijd. Beneden hoorden we dat de pottenbakkers in het hooggelegen stadsgedeelte ivm de regen niet aan het werk waren en dus besluiten we na een kort verblijf in Safi maar door te rijden. Opvallend zijn de vele bogen in de medina.We volgen weer de kustweg en het weer klaart al weer op.
Het meest opvallende langs deze weg zijn de bebouwde stukjes land die tot aan het strand lopen. Een mooie weg. Essaouria. Overnachten op camping Sidi Magdoul een half uurtje lopen van de haven Een heerlijke, enorm gezellige plaats. De zee is puperrood door de puperslak van de Mogador eilanden die voor de kust liggen. We gaan met een groepje ‘s morgens op tijd naar de haven omdat om tien uur de sardine vloot binnenkomt.
Het is druk in de haven en de een na de andere emmer met sardines wordt aan wal gebracht. Vaak wordt de vis meteen al door verkocht. De vrouwen die hier werken hebben over hun hoofddoek nog een pet op. Een grappig gezicht. We wandelen op ons gemak over de stadmuren naar de plek waar de vistentjes zijn. Om het hardst wordt geroepen, armen om je heen geslagen en of je toch vooral maar bij hun wil komen eten. Maar het is nog veel te vroeg voor vis, we gaan later terug.
Essaouira heeft gezellige straatje met natuurlijk veel winkeltjes. De spullen die hier verkocht worden zien er echter veel beter uit. Mooi afgewerkte houten doosjes gemaakt van thujawortelhout, er hangen prachtige geweven kleden en tapijten en ook de sieraden winkels zien er veel beter uit dan we tot nu toe gewend waren. En overal terrasjes.
Essaouira – Agadir 175 km Weer verder langs de kust. We krijgen er eigenlijk een beetje genoeg van. De kustweg is nog steeds mooi maar we hebben het wel gezien. We zien niet veel van Agadir. ’s Avonds wandelen we van camping International Agadir nog even richting stad en zien duidelijk dat Agadir veel moderner is. Na de aardbeving van 1960 is de stad geheel nieuw opgebouwd. Er lopen hier veel toeristen en die zijn niet van plan zich te houden aan de etiquette van het land. Veel te korte broeken en blote topjes. Het past niet hier zo rond te lopen.
Agadir – Abahinou Met vier andere campers besluiten we niet weer, zoals ons reisboek voorschrijft, langs de kust te rijden maar de we nemen de bergroute door het binnenland over Tafraoute. Een route waar je geen spijt van krijgt. Jammer genoeg moesten we deze route in een dag doen. Van Ait-Baha tot Tiznit rijden we een schitterende bergweg. Veel bochten natuurlijk maar met de camper heel goed te doen. We komen ook auto’s met caravan tegen. In het eerste stuk (r105) zien we nog weer argana bomen.
De geiten klimmen in de bomen om de vruchten te eten, poepen de pitten uit en de pitten worden verzameld en stukgeslagen om de argana-olie te maken. De herders willen natuurlijk wel geld voor de foto’s die we maken. De kleuren van de dorpjes en dat zie je eigenlijk overal in de bergen, veranderen mee met de kleur van de grond. De dorpjes lossen bijna op in de bergwand.
We hadden graag overnacht in Tafraoute om wat te kunnen wandelen in dit prachtige gebied. Het dorp stelt niet veel voor maar de omgeving met indrukwekkende rotsketens van rose graniet met verrassende vormen is buitengewoon mooi. We vinden aan de zijweg naar Agard-Ouadad (7075)een schitterende plek om met een paar campers te lunchen.
Luifeltjes uit en even lekker eten en genieten van de prachtige omgeving. Voor foto’s moet het hier tegen het einde van de dag nog veel mooier zijn. Na Tiznit volgen we de N1 weer. De natuur is compleet anders.We rijden door de uitlopers van het anti-Atlas gebergte. Guelmin is het gebied van de blauwe berbers. Toearegs die in de Sahara leven. We passeren de ‘Poort van de Sahara’en rijden door de ogenschijnlijke saaie steenwoestijn. Maar het is al laat en de late middagzon brengt de kleuren tot leven en ook van dit stuk genieten we volop. We zien bedoeïenententen in het landschap. In Abahinou overnachten we bij het thermaalbad voor mannen en speciaal voor ons is het bad die avond geopend voor gemengd zwemmen. De Marokkaanse mannen schrikken zich dood van die Europese vrouwen die daar zomaar in hun mannenbad komen. Als je vroeg opstaat, kan je leuke foto’s maken, in dit dorp midden in de steenwoestijn, van vrouwen die de geiten weer naar buiten brengen: De vrouwen hier gaan gekleed in vrolijke gekleurde doeken. Loop je met een man dan wordt de doek snel voor het gezicht geslagen maar loop je met vrouwen dan wordt er vriendelijk met open gezicht naar je gelachen en is ook oogcontact mogelijk.
Abahinou – Fort Bou Jarif 65 km Kort ritje voor vandaag maar wel om zes uur opgestaan voor de foto’s. We rijden op ons gemak richting Guelmin en dan verder naar Fort Bou Jarif.
Een lange rechte weg door de steenwoestijn waar toch van alles te zien is. We passeren zowaar een rivier waar water in zit en dus midden in die steenvlakte opeens groene struiken, bloeiende oleander en mooie vogels: bontbekplevier, bosruiter, steltkluut. Het laatste stuk is 9 km piste. We zien op dit stuk graven. Ronde steencirkels.
Af en toe schiet er een gifgroen salamanderachtig beest weg en we zien ook stokstaartjes. De camping heeft een grote poort maar geen ommuring en dat bevalt ons wel.
Heerlijk die enorme ruimte om je heen. Dit is een prachtige camping met lekkere douches. Aan het eind van de middag lopen we naar het fort van het vreemdelingenlegioen. Het is een grote ruïne. Het waait behoorlijk en het is hier warm. Een ideale plek om lakens te wassen! Droog in een half uur. De volgende dag staat een jeep-tour naar het strand op het programma. Of je dat l euk moet vinden, hetis afzien in die jeeps. Harde banken dwars in de jeep en je wordt door het ruige terrein alle kanten op geschud. Toch heeft het wel wat en het verbaast me hier toch nog weer huisjes te zien. Waar leven die mensen van. We zien wel cactusplantages maar hebben geen idee wat men er mee doet. Op het strand een lekkere wandeling gemaakt en daarna genoten van de prima lunch die de chauffeurs hadden meegenomen.
‘s Avonds hebben we een diner in het restaurant. Op het menu staat een kamelen-tagine. Heerlijk!! Fort-Bou-Jarif – Tiznit 180 km Via Guelmin naar Sidi Ifni. Opeens gaat de N12 weer omhoog en verandert het droge landschap in mooie groene bergweg. Als je op 850 meter even stopt heb je een prachtig uitzicht terug het dal in. Sidi Ifni trekt ons helemaal niet en we rijden dan ook maar snel door op zoek naar een mooie plek aan de kust. En die vinden we.
Een hooggelegen plateau waarop je ver van de weg kunt parkeren. Voor ons ligt een vogeleiland. Luifeltje uit en even lekker op ons gemak lunchen. De zeewind zorgt voor verkoeling. We rijden verder langs de kustweg R104 naar de camping mucipal in Tiznit. Ommuurd, wie had anders verwacht.
Tiznit staat bekend om zijn medina met veel zilver en berberjuwelen winkeltjes.
Tiznit – Marrakech 400 km . (via de N8 345 km ) De groep heeft een vrije dag in Tiznit maar wij besluiten met 4 andere campers de bijna hoogste pas van Marokko te gaan rijden. Via de N1 naar Agadir, de N10 naar Taroudannt en de R203 via de pas naar Marrakech. Om zes uur vertrekken we richting Taroudannt. Ieder rijdt zijn eigen rit. In Taroudant kan je prima parkeren en zelfs bewaakt overnachten bij de stadsmuren van hotel Palais Salam. Wij willen echter op de top overnachten. Taroudannt is een charmante stad met enorme okerkleurige stadswallen. En nog niet zo toeristisch. Deze stad is veel leuker dan Tiznit. Opvallend zijn de drie vrachtwagens, vol met voornamelijk vrouwen, die vol lawaai door de stad rijden. Wij begrijpen natuurlijk helemaak niet waar het om gaat maar het is 1 mei vandaag en wellicht hebben de protesten daar mee te maken. Op de twee grote pleinen van Taroudannt is het een gezellige drukte en de kleine medina is leuk om door te lopen.
Deze stad is een bezoek beslist waard. We gaan verder en ontmoeten vlak voor de afslag naar de R203 onze mede reisgenoten en het duurt maar even en we zijn er alle 5. Op naar de top! De dag was in het begin zwaar bewolkt maar inmiddels hebben we een strakblauwe lucht. Het wordt een prachtige tocht naar boven. De weg is smal en vol bochten uiteraard maar heel goed te doen. Je ziet de tegenliggers meestal wel op tijd aankomen en dan wacht je even in de uithammen. De bergen zijn hier imposant en hebben mooie tekeningen. Op de top is zowaar bij een klein restaurantje een camping. Het korte weggetje naar de camping valt niet mee, je moet de steile weg en draai naar rechts in een keer nemen. Met wat passen en meten kunnen we er mooi staan met zijn vijfen. Met een glaasje wijn of een pilsje staan we te genieten en zijn het er over eens: dit is het helemaal en we voelen ons uitverkoren. Het lukt de jongens in het restaurantje om tien omeletten te maken. Verder is er niets te krijgen. Na het eten staan we vol bewondering met dikke fleecevesten aan naar de prachtige sterrenhemel te kijken. Hier is het echt donker!! De volgende ochtend vroeg wakker en weer een prachtig schouwspel buiten. We zitten met een stralend blauwe lucht boven het wolkendek en de ochtendzon kleurt bergen en wolkendek prachtig geel-rood. Een plaatje. Naar beneden is de weg helemaal rustig, een dood enkele tegenligger. Nu zien we veel meer dorpjes en we stoppen even bij Moskee Tin-Mal.
De Moskee was een ruïne maar is nu gerestaureerd. De bogen en de eenvoud van dit gebouw zijn erg mooi. Wij dachten dat we hier zo’n beetje uit de bergen zouden zijn maar de weg loopt nog heel ver door en heel geleidelijk naar beneden. Het laatste stuk naar Marrakech is weer vlak. Met een grote boog rijden we via brede mooie lanen om de stad heen naar camping Ferdaous aan de weg naar Casablanca. De camping ligt 10 km buiten de stad. Op de camping lopen pauwen die je ’s morgens vroeg al wakker schreeuwen. Maar met die hitte is dat niet zo erg. Vroeg op is dan gewoon lekker. Excursie Marrakech De ‘petit taxi’s’ komen niet op de camping. De beheerder heeft eigen vervoer voor de groep. We beginnen bij de Jardin Majorelle. Een gedeelte van de tuin die ooit het eigendam was van Yves St. Laurent. Het groen van de tuin contrasteert prachtig met de felblauwe villa. De tuin is prachtig, veel schaduw. Zou erg geschikt zijn voor een bezoek later op de dag. Dan naar het ‘Bahia Paleis’. Het is hier en in heel Marrakech erg druk met toeristen. Ik vind het paleis wel aardig, er moet nog veel gerenoveerd, Bij de ‘Graven van de Saadiers’ staan lange rijen. Daar heb ik geen zin in. Het graf voor de vrouwen is ook mooi en ik heb genoeg gezien. Na een lekkere lunch en een wandeling door de zoveelste medina gaan we naar het Jemaa-e-Fna plein ofwel het plein der onthoofden. Eerst maar even naar een van de hoge balkon terrassen. Hier heb je een mooi uitzicht over het hele plein en met de telelens kan je leuke foto’s maken. Het krioelt van de mensen: toeristen, marokkanen en artiesten die tegen betaling hun kunsten vertonen. Tegen zes uur worden de vele eettentjes actief.
De ondergaande zon geeft de gebouwen nog meer kleur.
We gaan op advies van de Trotter naar tentje no. 14 en eten daar inderdaad erg lekkere vis met heerlijke frietjes. Dit plein maakt Marrakech leuk. Nog een vrije dag in Marrakech We waren vast van plan om de hop-on/hop-off bus te nemen maar het warme weer speelt ons parten en we houden het even voor gezien. Tijd voor een rustdag en de camper uit te mesten.
Marrakech – Ouarzazate 230 km
We hebben vandaag weer een bergroute door de Hoge Atlas. Via de P 31 en de Tizi-n-Ticka pas (de hoogste berijdbare). Bij Taferiate begint de bergweg en als je daar terug kijkt richting Marrakech dan zie je de prachtige besneeuwde bergketens als achtergrond van de groene gronden. De weg vraagt wat tijd maar is het meer dan waard (hoewel ik de Tizi-n-Test mooier vond, ook omdat het daar veel rustiger is). Jammer genoeg is de weg heel erg druk. Veel vrachtwagen en veel jeeps die toeristen rondrijden en kennelijk alleen binnenbochten kunnen rijden. De weg verandert steeds weer. Als we hoger komen geen groene hellingen meer maar steile bleek gele wanden met in de diepte de rivier en een groen lint van bebouwde grond. En dan opeens ben je weer uit de bergen en rijd je weer door de steenachtige Sahara. Hier staan kinderen langs de weg levende kameleons te verkopen en ‘mineraux’ die pijn doen aan je ogen en dus gekleurd zijn. Soms best agressief. Een keer krijgen we een steen tegen de camper. Men probeert ook euro’s tegen dirham te ruilen en reisgenoten krijgen het voor elkaar om meegebrachte kleding om te ruilen tegen souvenirs. 25 km voor Ouarzazate nemen we de afslag naar de Kasba Ait Benhadou. Het is een behoorlijke klim in de hitte naar het hoogste punt van de Kasba maar het uitzicht rondom maakt alles goed.
Dan op naar de drukke camping in Ouarzazate. Veel reisgroepen doen deze camping aan en het valt niet mee een beetje redelijk plekje te vinden.
Vrije dag Ouarzazate
Eerst een ander plekje. We kunnen gelukkig in de schaduw staan. Het is 38 graden en ik heb deze hitte uitgekozen om griep te krijgen en ben tot niets in staat. Gradus gaat de Kasbah Taourt bekijken. Hij is er wel enthousiast over. Winkeltjes met prachtige wanddoeken en kleden. Niet goedkoop maar wel vaste prijzen.’s Avonds een folklore diner bij het verlichte zwembad. De traditionele dans en muziek zijn erg eentonig.
Ouarzazate – Agdz 75 km.
Een route door de vallei van de Dra en een aparte tocht. Kaal berglandschap met zwarte rotsen. Na de col Tizi-n-Tinfift daalt de weg naar Agdz. Langs dit stuk zie je veel Kasba’s. De camping ligt aan de voet van de Kasba van Agdz in de palmentuin. We vragen ons af wat we hier nu weer een hele dag moeten doen en dan blijkt ook de koelkast kapot. Al het eten kan weggegooid en hier zijn geen supermarkten. Het eten van het restaurant smaakt ook goed.
Kasba Agdz blijkt mooier dan we dachten en hadden we toch niet graag willen missen. Je ziet duidelijk de invloed van de Franse dame die hier woont en die er alles aan doet om het erfgoed van haar man mooi te houden. Er komen geregeld vrijwilligers om de lemen muren te onderhouden. Het is erg heel erg warm.
Agdz – Zagora 100 km
Een route in het teken van de rivier de Dra. Steeds weer stukken met dadelpalmen. Af en toe verstopt de Dra zich, op de achtergrond bergen. In Zagora kopen we vlees en groenten in de Souk. Camping Amezrou ligt ook in een palmentuin en naast een mooi hotel. We mogen gebruik maken van het zwembad in de tropische tuin. Dat doen we graag. Ik kook tussen de middag vanwege de kapotte koelkast. ’s Avonds een kamelentocht. Niets voor mij. Halverwege stap ik af en loop terug naar de camping. Gradus hield het beter vol.
Zagora – Erfoud 335 km
Eerst de N9 weer terug rijden door de vallei van de Dra en dan rechtsaf via de lange N10 door de Sahara. De weg begint slecht maar wordt al snel breder. We zijn blij met de airco in het rijgedeelte. Stoppen langs de weg kan niet. Toch stoppen we af en toe op de betonplaten die over de droge rivieren liggen. Deze woestijn rit kan ons wel bekoren.
Niet iedereen denkt er zo over. In Erfoud doen we nog even wat inkopen en het lukt me om twee bevroren flessen water te bemachtigen bij een hotel. De flessen zet ik in de koelkast en zo houd ik het eten goed. Later blijkt het diepvriesgedeelte het nog wel te doen. Ik houd bevroren flessen op voorraad voor de koelkast.
In Erfoud nemen we de afslag naar Merzouga (Les Dunes de Sable weg 702) . Bij een grote tent die daar voor ons in neergezet parkeren we de campers.
Het is hier niet aangenaam, heel heet en veel wind. Het zand belemmert je om lekker buiten te zitten, de luifel uit te zetten of een raampje open te doen. Door de vliegenhor in de deur komen al ladingen zand binnen. De berbers die de maaltijd klaar maken zeggen dat de wind tegen 5 uur wel gaat liggen. Maar niets daarvan. We zetten de tafels zo dicht mogelijk tegen de tent voor een beetje beschutting en het blijft bloed en bloed heet. Later gaat de wind wat liggen en wordt het toch nog gezellig. Het eten is erg lekker. Van slapen komt niet veel in die hitte en om 4 uur moeten we weer op om met jeeps naar de zandduinen te worden vervoerd om de zonsopgang te zien. Het is bewolkt!!
Daar zitten we dan met de groep op de duinen. Het was erg vermoeiend om boven te komen en bijna iedereen heeft de hulp van de berbers aangenomen. Daar hebben we later flink voor moeten betalen. Ook goed er moet ook verdiend worden in de woestijn. We ontbijten in de Sahara en rijden nog naar een oase. De kinderen plakken aan ons als vliegen aan stroop en hopen wat te verkopen. De landbouwgronden die om de beurt bevloeiing krijgen zijn wonderbaarlijk midden in de woestijn.
Diezelfde dag rijden we door:
Erfoud . Midelt 255 km
Eigenlijk zijn we erg blij om de zandwoestijn achter ons te kunnen laten. Het was een aparte ervaring dat wel maar we hebben meer dan genoeg van het zand. 16 km voorbij Erfoud ligt de enige spuitende woestijnbron met ……brak water! Heel langzaam stijgen we via de N13 de bergen weer in naar camping Timnay 20 kilometer voorbij Midelt richting Mekness. Het is heerlijk koel en we willen maar een ding. De camper ontdoen van het Sahara zand en een schoon bed opmaken. We slapen heerlijk die nacht. De volgende dag is het alweer warm terwijl we nu op 1655 meter hoogte zitten.
Excursie naar een verlaten mijnstreek.
Een oude gammele groene bus rijdt met ons naar een mijnstreek waar ooit duizenden mensen hebben gewoond. De gorge is mooi en we lopen een uur, het busje pikt ons wel weer op. We gaan naar een dorpje dat nog wel bewoond is waar we de meegebrachte lunch gebruiken. Je zult hier geboren zijn. De mensen hebben het hier erg arm.
Midelt – Meknes 205 km.
We rijden door een mooi groene hoogvlakte met bergweides naar Azrou. Hier vind je de Barbarijse apen die duidelijk worden bijgevoerd om ze daar te houden waar de souvenir verkopers staan. Wij gaan bij Azrou links af en volgen het bordje routes de cedres. Dit is voor ons weer genieten. Het is een smalle weg. Af en toe komen we een vrachtwagen met grote boomstammen tegen maar verder is het heer heerlijk stil en we zijn geïmponeerd door de majestueuze cederbomen. De weg klimt geleidelijk en is wondermooi, in de buurt van Ain-Leuh zien we veel vakantiehuisjes. Via een grote bocht komen we op de N8 en weer terug bij Azrou nemen we de N8 naar Ifrane. Ifrane is een wintersportdorp en je waant je eerder in de Alpen dan in Marokko. Via de R707 en de N13, in Meknes onder de stadspoorten door naar camping Agdal in Meknes.
Meknes: Nu heeft Gradus er voor gekozen om ziek te worden en ik ga alleen met de groep naar het ‘waterhuis’ Naast het gebouw ligt een groot waterbassin. Meknes laten we verder voor wat het is. We hebben geen zin in weer een medina.
Fez: om 9.00 uur zou de bus komen om de groep naar Fez te brengen. Hij komt om half elf. In de medina van Fez zou je met geen mogelijkheid zelf de weg kunnen vinden.
Hier zijn de steegjes vreselijk smal (en vuil). De ambachtslieden werken in kleine werkplaatsen van hooguit 2 bij 2.
En de leerververij is gewoon niet te geloven.
Zelfs in de middeleeuwen kan het niet zo slecht geweest zijn. Midden in de Medina een moskee. Veel oude mooi bewerkte poorten. Hoewel de medina vies en onverzorgd overkomt begrijp je toch wel dat het op de lijst staat van wereld erfgoed. Er zijn ook heel mooie details. Met geen enkele andere medina te vergelijken. We rijden ook nog even langs de ‘Blauwe poort’
Meknes –Moulay Bousselham 160 km
Het einde van de reis is in zicht. We rijden weer naar de kust naar camping International aan de lagune van Moulay. De camping ligt mooi aan een baai en daarom ben je des te meer geërgerd door het feit dat de camping zo slecht verzorgd wordt. Bijkomend nadeel: je wordt er opgevreten door de muggen.
Op onze vrije dag maken we een boottocht in de baai en dat is dan weer genieten. De baai is beschermd gebied en zeer vogelrijk. We zien een grote groep flamingo’s. Ze worden opgeschrikt door een vliegtuig en we zien een prachtig schouwspel van opvliegende flamingo’s. Hun kleuren komen zo heel mooi uit.
Moulay Bousselham – Grottes d’Hercules Tanger 110 km.
Te toeristisch. Hoef je echt niet heen te gaan. Maar het restaurant tegenover camping Achakkar waar we het afscheiddiner hebben is zeer luxueus en ligt fenomenaal. Vanaf het terras heb je een prachtig uitzicht.
We hebben veel moois gezien in Marokko maar het gebedel is gewoon heel vervelend. Je voelt je bijna nergens vrij om op je gemak de dingen te bekijken. De kust is binnen een paar jaar waarschijnlijk net zo vol gebouwd als in Spanje. Op elke plek waar je stopt komen mensen naar je toe om iets te verkopen of te vragen om sigaretten en bier of geld. Het is overal vreselijk vuil. Plastic zakken vind je tot in de Sahara. Het lijkt wel of iedereen gewoon alles uit zijn handen laat vallen. Het naroepen ‘kijken, kijken, niet kopen’ gaat je ergeren. We hebben genoten van de overweldigend mooie natuur. Marokko moet je gewoon een keer zien en laat je dan niet bang maken. Je kan prima op eigen gelegenheid door het land reizen.
Het voordeel van een groepreis is vooral de factor tijd. De campings zijn besproken en je hoeft niet te zoeken. Excursies zijn geregeld. We hadden prima alleen kunnen gaan maar dan hadden we meer tijd nodig gehad. En comfortabel is het ook wel. Nadeel: je moet dealen met een groep en dat is niet altijd even makkelijk.
Voor foto’s : KLIK HIER
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.